Wvggz art. 8:7


Uitspraak Klachtencommissie Cliënten GGZ Delfland  

 

Inzake de klacht van  

 

Mevrouw, (klaagster) 

 

tegen 

 

GGZ Delfland, gevestigd te Delft (verweerder) 

ten deze vertegenwoordigd door:  

Mevrouw, ( psychiater) 

 

 

De klacht is, in aanwezigheid van partijen en een tolk, behandeld tijdens een hoorzitting op 25 oktober 2023.  

 

Namens de klachtencommissie waren aanwezig: 

De heer prof. , voorzitter 

De heer drs. , psychiater, lid 

Mevrouw , lid,  

Ambtelijke ondersteuning: mevrouw . 

 

 

 

Stukken 

  • Klaagschrift d.d. 12 oktober 2023 
  • Schriftelijke reactie op het klaagschrift, ontvangen op 18 oktober 2023 

Klaagster heeft toestemming verleend aan de klachtencommissie om haar medisch dossier in te zien, indien en voor zover dat voor de beoordeling van de klacht relevant mocht worden geacht. Van deze mogelijkheid heeft de klachtencommissie gebruik gemaakt.  

Klacht
Het klaagschrift d.d. 12 oktober 2023, opgesteld namens klaagster door mevrouw komt kort samengevat op het volgende neer. Klaagster stelt van 26 augustus 2023 tot en met 25 september 2023 onderworpen te zijn geweest aan verplichte zorg waar geen juridische grondslag voor was. Het gaat daarbij om verplichte zorg in de vorm van beperking van bewegingsvrijheid en om opname in de accommodatie van GGZ Delfland in Schiedam. Omdat een passende zorgmachtiging ontbrak vordert klaagster een niet in een bedrag vastgelegde schadevergoeding. 

 

Feiten 

Op 2 augustus 2023 is een zorgmachtiging ten aanzien van klaagster afgegeven voor de duur van een half jaar. In deze zorgmachtiging is opgenomen dat er verplichte zorg mag worden toegepast in de vorm van het toedienen van medicatie en het aanbrengen beperkingen in de vrijheid het leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken. Klaagster is op 26 augustus 2023 opgenomen bij de zorgaanbieder op een gesloten afdeling, waar zij beperkte bewegingsvrijheid had. In de periode vanaf 26 augustus 2023 tot en met 25 september 2023 was klaagster opgenomen en werd zij beperkt in haar bewegingsvrijheid en diverse malen ingesloten zonder formele juridische. Op 26 september 2023 is de aanvraag voor een wijziging van de zorgmachtiging gedaan. 

 

 

De klacht nader toegelicht 

Klaagster stelt dat een grondslag ontbrak voor het verlenen van verplichte zorg in de periode van  

26 augustus tm 25 augustus 2023. Zij heeft zich verzet tegen deze verplichte zorg en benoemt dat zij ten onrechte verplichte zorg heeft ontvangen. Zij verzoekt om die reden de schade te vergoeden die zij heeft geleden. Klaagster is meer in het algemeen boos over haar huidige opname, het ontkleden bij aanvang van de opname en de medicatie die zij in moet nemen.  

 

De patientenvertrouwenspersoon (pvp) stelt namens klaagster dat zij is opgenomen zonder juiste juridische grondslag. Het opnemen in de accommodatie, beperken van bewegingsvrijheid en insluiting zijn niet opgenomen als vormen van verplichte zorg die toegepast mogen worden in het kader van de voor klaagster afgegeven zorgmachtiging.   

Op 14 september 2023 is er een gesprek met klaagster omdat er is opgemerkt dat de zorgmachtiging niet aansluit bij de huidige situatie waarbij klaagster verplicht is opgenomen. Klaagster zou toen hebben ingestemd met vrijwillige zorg. Klaagster geeft aan door een gebrekkige kennis van het Nederlands niet begrepen te hebben waarover het gesprek ging. Gezien het ontbreken van een tolk is het gesprek voor de spaanstalige klaagster niet goed te volgen geweest. Google Translate geeft naar het oordeel van klaagster onvoldoende steun, zodat wat juridischer geformuleerd er geen sprake is geweest van informed consent. 

Klaagster heeft de pvp aangegeven dat ze niet opgenomen wil zijn, en zodoende kan er geen sprake zijn van opname op vrijwillige basis. Mogelijk heeft klaagster niet goed begrepen wat er met vrijwillig en verplicht wordt bedoeld.  

 

Toen eenmaal bekend werd dat de zorgmachtiging niet voorzag in de opname situatie is niet terstond een wijziging aangevraagd. Er werd ten onrechte uitgegaan van vrijwillige zorg, terwijl op 13 september 2023 een schriftelijke aanzegging verplichte zorg werd uitgereikt.  

 

Voor wat betreft het verweer over het insluiten merkt de patientenvertrouwenspersoon op dat er onterecht is aangegeven dat het dossier niets vermeldt over insluiten. In de dagrapportage staat duidelijk dat er in de periode tussen 9 en 14 september 2023 diverse malen is ingesloten. Mevrouw heeft steeds aangegeven “ik wil hier niet zijn, mag ik naar buiten”. Kortom, er is niet aan de vereisten voor het insluiten voldaan.  

 

De patientenvertrouwenpersoon wijst ten slotte op het toetsingskader verplichte zorg van de IGJ. Daarin wordt aangegeven, dat er niet snel uitgegaan mag worden van vrijwillige medewerking. 

 

 

Verweerder geeft aan dat de zorgmgachtiging niet aansloot bij aanvang van de verplichte zorg.  

Op het moment dat klaagster werd opgenomen op 26 augustus 2023 was er geen beschikking aanwezig voor de opname in de accommodatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het insluiten.  

Het is niet opgemerkt dat deze vormen van verplichte zorg niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging.  

Toen eenmaal bekend was dat de zorgmachtiging niet toereikend was is niet direct een aanpassing aangevraagd, omdat mevrouw akkoord was dan wel leek met haar verblijf. In de dagen erna is niet steeds getoetst of haar opname nog op basis van vrijwilligheid was. Dit had wel moeten gebeuren. 

Op 24 september 2023 werd mevrouw ingesloten en daaropvolgend is er een wijziging van de zorgmachtiging aanvraagd. Verweerder geeft aan, dat klaagster in de IC is opgenomen geweest in het kader van een time out. Dit betrof korte periodes in verband met agitatie in de vorm van schreeuwen. De IC is zorgafdeling met twee kamers en kan gezien worden als de ruimte voor de EBK. 

Concluderend stelt verweerder dat er in feite onvoldoende duidelijkheid was over de precieze inhoud van de zorgmachtiging. Dit is gedurende geruime tijd niet opgemerkt door de zorgverantwoordelijken waaronder verweerder.  

 

Beoordeling 

 

Op grond van artikel 8:9 Wvggz kan de zorgverantwoordelijke, voor zover dit ter afwending van een uit een psychische stoornis voortvloeiend ernstig nadeel noodzakelijk is, als uiterst middel beslissen tot het verlenen van verplichte zorg, zoals opgenomen in een crisismaatregel of zorgmachtiging.  

 

Alvorens over te gaan tot toepassing van verplichte zorg zal de zorgverantwoordelijke nagaan of er wordt voldaan aan een aantal zorgvuldigheidseisen genoemd in artikel 8:9 van de wet. Daarnaast behoort ieder besluit tot verplichte zorg te voldoen aan de beginselen van proportionaliteit, effectiviteit, subsidiariteit en veiligheid. Uitgaande van het klaagschrift, de schriftelijke reactie op de klacht, en de relevante informatie uit het medisch dossier, overweegt de klachtencommissie ter zake, met inachtneming van de Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (Wvggz) als volgt.  

 

Klaagster is op 26 augustus 2023 bij verweerder met een zorgmachtiging op een gesloten afdeling opgenomen. De beslissing verplichte zorg van 2 augustus 2023 geef in afwijking van de aanvraag van de zorgmachtiging aan, dat er twee vormen van verplichte zorg mogen worden toegepast, namelijk het toedienen van medicatie en zo nodig ambulante hulpverlening, waaraan klaagster medewerking dient te verlenen. Op het moment dat klaagster werd opgenomen op 26 augustus 2023 ontbrak een wettelijike grondslag voor de opname. De verplichte zorg in de periode van 26 augustus 2023 tot en met 25 september 2023, waarover is geklaagd, was niet in de zorgmachtiging opgenomen. In deze periode is betrokkene opgenomen in de accommodatie en daarmee beperkt in haar bewegingsvrijheid. Ook is ze meerdere malen ingesloten.  

   

Klaagster heeft niet geklaagd over het al dan niet terecht zijn van de opname. Zij klaagt over het gegeven dat ze op grond van de zorgmachtiging niet opgenomen had mogen worden. Haar opname geschiedde onder de verkeerde aanname dat de verplichte zorg was opgenomen in de zorgmachtiging, hetgeen niet het geval bleek te zijn. Dit werd ontdekt op 15 september 2023. Echter pas op 25 september werd de aanvraag voor de wijziging van de zorgmachtiging ingediend en hierover is klaagster ingelicht, waarop zij contact heeft gezocht met de pvp. Tot die datum was het mevrouw niet bekend dat zij kennelijk zonder geldige grondslag in de instelling verbleef. Vast staat naar het oordeel van de klachtencommissie dat op zich alle reden was, ondanks het tijdelijk ontbreken van een juridische basis voor het opleggen van beperkingen, dat verweerder gedurende de hele looptijd van de opname de keuze voor het opleggen van beperkingen heeft gemaakt in het belang van klaagster. 

 

Of en welke schade klaagster als gevolg van het ontbreken van een juridische basis voor de beperkingen, die haar werden opgelegd heeft geleden staat niet vast en is ook door klaagster vooralsnog niet aangetoond. Het feit echter dat de wet niet in acht is genomen, rechtvaardigt een zekere compenserende genoegdoening. Daarbij overweegt de klachtencommissie dat er, gezien de bestaande taalbarrière en de zwaarte van de beslissing in deze situatie meer zorgvuldigheid verwacht had mogen worden. Inzet van een tolk zou op zijn plaats geweest zijn; google translate is een te gebrekkig en beperkt instrument. 

De klachtencommissie is van oordeel, dat de juridische (vorm)vereisten niet slechts een administratief en bureaucratisch ritueel zijn, maar ervoor bedoeld zijn de patiënt maximale rechtsbescherming te bieden. De commissie neemt hierbij in overweging dat, toen de beperktheid van de zorgmachtiging aan verweerder gebleken was, deze de omissie op grond van zijn medisch oordeel niet direct heeft hersteld. 

Alles afwegende komt de klachtencommissie tot het volgende oordeel. 

 

De beslissing 

De klacht is gegrond 

 

De schadevergoeding  

De klachtencommissie bepaalt, dat de zorgaanbieder aan klaagster een schadevergoeding dient te betalen. Vast staat, dat van 26 augusuts 2023 tot 25 september 2023 een correcte grondslag voor de vrijheidsbeperkende maatregelen ontbrak. Vast staat tevens dat dit verweerder is ontgaan. Gezien de taalbariere bevindt klaagster zich in een extra kwetsbare positie. Het belang van een juiste procedure zou haar de bescherming van de juridisiche toets moeten bieden. Omdat er geen crisismaatregel of wijziging van de zorgmachtiging is aangevraagd, is er geen enkele toets geweest voor de opname van 26 augustus 2023 tot en met 25 september 2023.  

Klaagster heeft aangegeven dat zij zich geschaad voelt. Klaagster heeft laten weten de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding aan de klachtencommissie over te laten. Voor de klachtencommissie weegt zodanig zwaar, dat niet tijdig zorg is gedragen voor het aanvragen van een correctie zorgmachtiging, dat zij heeft besloten dat de instelling een schadevergoeding dient te betalen. De klachtencommissie wil daarmee aangeven hoe belangrijk zij de naleving van de geldende regels acht. De instelling dient dat ook uit te stralen naar medewerkers en cliënten, omdat de regels uiteindelijk de basis voor een veilige omgeving voor alle betrokkenen vormen. 

Alles overwegende acht de klachtencommissie het billijk, dat de instelling een bedrag van € 2250 aan klaagster voldoet. Dit bedrag is tot stand gekomen door een vergoeding van 75 per dag aan te houden voor de duur van 30 dagen.  

 

Voorzitter 

 

Secretaris 

Deze beslissing is op 25 oktober 2023 aan betrokkenen medegedeeld. Deze beslissing is op  

6 november 2023 op schrift aan betrokkenen toegestuurd.