Verplichte zorg inhoudende opname in accommodatie (ongegrond)


Klaagschrift: HK2024/79

 

1

DE KLACHTENCOMMISSIE BIJ DE VAN DER HOEVEN KLINIEK, LOCATIE DE WIERDE TE
UTRECHT

 

Uitwerking van de mondelinge beslissing van de klachtencommissie bij de Van der Hoeven
Kliniek, inzake het klaagschrift van:

 

*, verder te noemen klager.

 

Het klaagschrift, gedateerd 16 mei 2024, is gericht tegen de beslissing verplichte zorg d.d. 6 maart 2024,
onder meer bestaande uit opname in de accommodatie.

 

De kliniek heeft schriftelijk gereageerd op 22 mei 2024. Klager heeft van deze reactie kennis kunnen
nemen.

 

De klacht is behandeld ter zitting van 23 mei 2024 in het bijzijn van klager, de PVP, het hoofd
behandeling en de juridisch medewerker.

 

In het kader van de behandeling van deze klacht heeft de klachtencommissie kennisgenomen van de
volgende informatie:
– Klaagschrift en schorsingsverzoek van 16 mei 2024, door de klachtencommissie tevens
ontvangen op 16 mei 2024;
– Reactie kliniek op het schorsingsverzoek en klaagschrift van 22 mei 2024, met als bijlagen de
crisismaatregel, de voortzetting van de crisismaatregel, de zorgmachtiging, het zorgplan en de
beslissing verplichte zorg d.d. 6 maart 2024;
– Hetgeen op de zitting van 23 mei 2024 is besproken.

 

Alle betrokkenen hebben kennis genomen van bovenstaande stukken. Deze stukken worden bekend
verondersteld en zullen hieronder niet herhaald worden.

 

Het standpunt van klager
Er vindt hier geen behandeling of therapie plaats. Klager is op 25 februari 2024 opgenomen. Hij woont
al heel lang, 8 à 9 jaar, in Montfoort met veel plezier. Kennelijk was er bij de bovenburen een soort
drugshotel ontstaan, waarvan klager overlast ervoer. Klager wilde rust en is naar een NH hotel gegaan.
De volgende dag kwam hij terug maar hij voelde zich niet goed. Hij heeft 112 gebeld maar er was geen
sprake van een levensbedreigende situatie dus is hij doorgestuurd naar de huisarts. Klager wilde daar
niet meer wonen en er was geen andere optie dan een vrijwillige opname. Hij wilde daar gewoon even
weg. Hij heeft uiteindelijk de wijkagent gebeld en hij is naar het Willem Arntz huis gebracht. Dit was
allemaal op vrijwillige basis. Op 28 februari 2024 is hij naar de Van der Hoeven kliniek gebracht. Hij was
hier wel vrijwillig en wilde dat ook, maar er was wel al een crisismaatregel. Vervolgens is er een
zorgmachtiging aangevraagd. Kennelijk was men niet op de hoogte dat klager al een netwerk om zich

Klaagschrift: HK2024/79

 

2

heen had in Montfoort, waarbij hij prima functioneerde. Klager gaat op dit moment vaak acht uur per
dag naar huis en het is daar gelukkig weer rustig.
Klager is bereid om clozapine te nemen. Dat heeft hij steeds genomen om de scherpe randjes eraf te
halen en goed te kunnen slapen. Hij bepaalt zelf hoeveel clozapine hij op welk moment neemt, als de
uiteindelijke spiegel maar goed is (350). Toen klager nog buiten woonde hoefde hij zich de afgelopen
11 maanden niet te laten prikken om de medicatiespiegel te meten. Hierbinnen moet dit wel weer iedere
maandag. Klager is van mening dat de inname van medicatie niet klinisch hoeft te gebeuren, de inname
kan ook thuis en zelfs zonder ambulant team. Klager is er klaar voor om met ontslag te gaan.
De PVP heeft toegelicht dat klager eigenlijk geen zorgmachtiging wil. Het gaat hem nu met name om
de opname nog op dit moment. Hij is klaar om naar huis te gaan maar er wordt nu gewacht op de
beschikbaarheid van een ambulant team. Klager heeft aangegeven dat alles wat er moet gebeuren ook
al kan als het ambulante team er nog niet is. De vraag is of er een andere oplossing kan worden bedacht
omdat opname niet meer nodig is. Er is ook tegen hem gezegd dat hij wel klaar is om naar huis te gaan.

 

Het standpunt van de kliniek
De kliniek heeft aangegeven dat de opname van klager noodzakelijk was voor zijn stabilisatie. Op dit
moment wordt toegewerkt naar de terugkeer naar klagers eigen woning. De beschikbaarheid van een
ambulant team is geen harde voorwaarde. Op dit moment is klager nog niet klaar om naar huis te gaan.
De verloven worden uitgebreid, er gaan ook overnachtingen thuis plaatsvinden en de vrijheden worden
uitgebreid. Er wordt gekeken of klager stabiel blijft bij al deze uitbreidingen. Als dit zo is, is hij klaar voor
ontslag. Mocht het ambulante team er dan nog niet zijn, zal er naar andere mogelijkheden worden
gekeken, zoals bijvoorbeeld een ontslag met voorwaarden. Het team dat hem in het verleden heeft
begeleid is niet meer beschikbaar voor een nieuwe samenwerking met klager. De primaire taak van het
ambulante team wordt het prikken op de clozapine spiegel. Dat is in het verleden heel lang goed gegaan.
De wekelijkse spiegel moet minimaal 350 zijn en daarbij is klager stabiel en dan is naar buiten haalbaar.
Hoe hij dat doet is in beginsel niet belangrijk, als hij maar stabiel blijft.

 

De beoordeling
Op grond van artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) kan een schriftelijk
gemotiveerde klacht ingediend worden bij de klachtencommissie over een daar genoemde beslissing of
niet nakoming van een verplichting. Artikel 8:9 Wvggz valt onder artikel 10:3 Wvggz, waardoor de klacht
in behandeling kan worden genomen.

 

Artikel 8:9 lid 1 bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de crisismaatregel, machtiging
tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging een beslissing neemt tot het verlenen van
verplichte zorg niet dan nadat hij:
a. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
b. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
c. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-
directeur.

Klaagschrift: HK2024/79

 

3

In lid 2 wordt bepaald dat de zorgverantwoordelijke een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg
op grond van de crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging
op schrift stelt en de beslissing van een schriftelijke motivering voorziet.
Lid 4 bepaalt dat vastgelegd moet worden of betrokkene tot redelijke waardering van zijn belangen in
staat is en of er een acuut levensgevaar dreigt voor betrokkene dan wel er een aanzienlijk risico is voor
een ander op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of
financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, of om ernstig in zijn
ontwikkeling te worden geschaad, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar
is.

 

De klachtencommissie stelt vast dat klager op 25 februari 2024 is opgenomen met een crisismaatregel.
Bij de voortzetting van de crisismaatregel op 28 februari 2024 is hij in de Van der Hoeven kliniek
opgenomen. De opname is tot dan toe vrijwillig geweest, wel binnen het kader van de crisismaatregel.
Op 6 maart 2024 is klager het niet langer eens met zijn opname. Omdat opname op dat moment nog
wel noodzakelijk is, wordt besloten verplichte zorg in te zetten onder meer bestaande uit opname in de
accommodatie. In die beslissing is opgenomen dat er sprake is van een manisch-psychotische
ontregeling bij de reeds bekende schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type, geluxeerd door staken
van de clozapine en misbruik van Akineton. Klager is nog niet voldoende gestabiliseerd, waarmee het
risico bestaat als hij naar huis gaat, hij direct opnieuw verder psychiatrisch gezien ontregelt met dezelfde
risico’s die aanleiding zijn geweest tot het opleggen van de huidige crisismaatregel. De schriftelijke
beslissing is op 6 maart 2024 aan klager uitgereikt en de advocaat is op 7 maart 2024 op de hoogte
gebracht.

 

De klachtencommissie overweegt als volgt.
De klachtencommissie merkt op dat zij niet gaat over de crisismaatregel, de voortzetting daarvan of de
oplegging van de zorgmachtiging. Dit valt dan ook buiten de beoordeling van deze klacht.
De klachtencommissie kan wel een oordeel geven over de beslissing verplichte zorg van 6 maart 2024,
onder meer bestaande uit opname in de accommodatie. Klager verblijft dan al in de kliniek, maar vanaf
dat moment niet meer vrijwillig. Bij het nemen van een beslissing verplichte zorg gelden bepaalde
vereisten. Zo moet er sprake zijn van ernstig nadeel. Uit de medische verklaring en de beslissing blijkt
dat er op dat moment vrees bestaat dat klager weer ontregeld zou raken als hij naar huis zou gaan. Uit
die stukken blijkt ook dat hij dan een gevaar voor zichzelf of voor anderen kan vormen. Daarmee is aan
het vereiste van ernstig nadeel voldaan en kon de beslissing verplichte zorg op dat moment genomen
worden.
Inmiddels duurt de opname – waarbij er geen concrete behandeling plaatsvindt -, bijna drie maanden.
In die periode worden klagers verloven langzaam uitgebreid en wordt gemonitord dat hij goed
stabiliseert en ook stabiel blijft bij de uitbreiding van zijn vrijheden. Naar het oordeel van de
klachtencommissie voldoet de beslissing op dit moment nog steeds aan de vereisten van
proportionaliteit en subsidiariteit. De klachtencommissie merkt daarbij op dat het onverminderd
voortduren van de verplichte opname – onder de huidige omstandigheden (waarbij klager voldoende
stabiel wordt geacht) – op korte termijn in strijd dreigt te komen met het vereiste van proportionaliteit.

Klaagschrift: HK2024/79

 

4

De klachtencommissie dringt daarom erop aan dat spoedig een ambulant team wordt gevormd. Als dat
niet lukt moet de kliniek met andere oplossingen en/of voorwaarden kritisch kijken of de opname in de
accommodatie beëindigd kan worden.
Gelet op bovenstaande overwegingen is de klachtencommissie van oordeel dat de klacht ongegrond
dient te worden verklaard. Daarnaast zal het schorsingsverzoek worden afgewezen.

Oordeel
De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het schorsingsverzoek af.

 

Aldus mondeling uitgesproken op 23 mei 2024 door de voorzitter en twee leden van de
klachtencommissie, bijgestaan door de secretaris.
Deze schriftelijke uitwerking is ondertekend door de voorzitter en de secretaris, op 31 mei 2024.

 

De secretaris De voorzitter

 

Op grond van artikel 10:7 Wvggz kan betrokkene, de vertegenwoordiger, de zorgaanbieder of een
nabestaande van betrokkene een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift indienen bij de rechter ter
verkrijging van een beslissing over de klacht. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift
bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de verzoeker is
meegedeeld. De rechter kan de beslissing waartegen de klacht is gericht, schorsen op grond van artikel
10:9 Wvggz.

 

Datum verzending afschrift: 4 juni 2024