Uitspraak Wvggz verplichte zorg


Het verloop van de procedure

  • Klager heeft op 22 november 2023 bij de klachtencommissie een klaagschrift ingediend onder meer over het toepassen van verplichte zorg. Hij heeft ook om schadevergoeding verzocht;
  • Een deel van de klacht betreft de bejegening van klager door personeel van Emergis. Daarop is de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg van toepassing. Volgens de klachtenregeling van Emergis moet deze klacht voorgelegd worden aan de klachtenfunctionaris van Emergis. Klager is dus voor deze commissie niet-ontvankelijk voor dat deel van de klacht;
  • Het ander deel van de klacht betreft de beslissing tot het insluiten van klager in de EBK(extra beveiligde kamer) door een zorgverantwoordelijke van Emergis. Hierop is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (verder Wvggz)van toepassing. Klager kan hierover klagen en hij is ontvankelijk in zijn klacht;
  • Verweerder is in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen;
  • Het verweerschrift van verweerder is op 29 november 2023 ontvangen en het is op 29 november 2023 verstrekt aan klager;
  • Een notitie ter toelichting bij het klaagschrift, opgesteld door de pvp, is op 30 november 2023 ontvangen en bij de start van de hoorzitting verstrekt aan verweerder;
  • Die hoorzitting vond plaats op1 december 2023;
  • De commissie heeft de beslissing op schrift gesteld op 5 december 2023.

 

Vaststaande feiten

1. De burgemeester van X heeft op 8 november 2023 een crisismaatregel afgegeven, waarbij verplichte zorg -waaronder insluiten-  op klager kon worden toegepast.

Klager is vanaf 8 november 2023 opgenomen op de afdeling HC2 van Emergis, waar verweerder de zorgverantwoordelijke is voor klager.

De rechtbank heeft op 13 november 2023 de voortzetting van de crisismaatregel gelast voor de periode van 3 weken. Daarin is de verplichte zorg in de vorm van insluiten toegestaan.

2. Op 11 november 2023 was klager op de afdeling waar een incident plaatsvond, dat heeft geleid tot de insluiting in de Extra Beveiligde Kamer (verder EBK).

3. Op 11 november 2023 is besloten tot toepassen van verplichte zorg (art. 8:9 Wvggz). Dit zal verder de Beslissing worden genoemd.

In die Beslissing staat dat psychiater XXX klager op 11 november 2023 heeft laten onderzoeken en dat het de psychiater niet is gelukt om klager te spreken.

In de Beslissing is opgenomen dat klager verplichte zorg krijgt in (onder meer) de vorm van insluiten van klager, vanwege agressie en agitatie.

Onder het kopje “Wilsbekwaamheid” is vermeld: “ik vind dat u niet goed kunt opkomen voor uw belangen ten aanzien van de zorg die aan u gegeven dient te worden.

Toelichting: Betrokkene liet een afdelingontwrichtend en grensoverschrijdend gedrag tonen. Betrokkene was niet meer stuurbaar op afdeling. Betrokkene heeft spullen gegooid waaruit een gevaarlijke situatie op kliniek is voortvloeiend.  Tevens bleef u doodsbedreigingen uiten naar derden.”

4. Klager is van 11 tot 17 november 2023  ingesloten geweest in de EBK, waarbij hij soms overdag naar buiten mocht naar de IC.

 

 De standpunten

1. Klager heeft in zijn klaagschrift gesteld dat hij op de afdeling een broodje aan het eten was en de verpakking ervan over zijn schouder op de grond gooide, waarna hij door een begeleider vol op zijn rechter jukbeen werd geslagen. Daarna zijn er extra mensen gekomen en hebben ze hem met zijn vijven naar de grond gewerkt, waarbij er op zijn pols, rug en schoen is gestaan. Daarna is hij naar de EBK gebracht.      lager stelt niet psychotisch of agressief te zijn geweest, maar dat hij werd aangevallen. De plaatsing in de EBK was dus onterecht. Hij verzoekt daarvoor ook een billijke vergoeding.

2. Verweerder heeft in zijn verweerschrift geschreven dat klager vanuit zijn psychotisch beeld geagiteerd en agressief met spullen heeft gegooid, doodsbedreigingen heeft geuit, met een botermes van de afdeling in zijn hand op een verpleegkundige is afgestormd, een verpleegkundige heeft vastgepakt en zijn t-shirt kapot heeft getrokken. Dat was de aanleiding voor  het insluiten in de EBK. Ter zitting heeft verweerder eraan toegevoegd, dat hij niet zelf de Beslissing heeft genomen, maar als coördinerend zorgverantwoordelijke er wel voor verantwoordelijk is.

3. De pvp heeft in haar toelichting op het klaagschrift het volgende aangevoerd:

a. Er is niet voldaan aan het procedurele voorschrift van art. 8:7 lid 3 Wvggz, waarin is voorgeschreven dat bij het opleggen van verplichte zorg een afschrift moet worden gegeven van de crisismaatregel of zorgmachtiging. Klager heeft die niet gekregen na zijn plaatsing in de EBK.
b. De Beslissing is niet goed gemotiveerd. Er is wel in vermeld dat de insluiting plaats moet vinden vanwege agressie en agitatie, maar de aanleiding, dus het incident wordt er niet in genoemd. Ter zitting is daarop aangevuld, dat de tekst die is opgenomen onder het kopje “Wilsbekwaamheid” niet als toelichting mag worden beschouwd, omdat die niet staat onder het kopje “Waarom krijgt u deze zorg?”
Ter zitting heeft de pvp eraan toegevoegd, dat de Beslissing is ondertekend door arts Salim. Het lijkt er dus op, dat deze arts de Beslissing heeft gegeven in overleg met psychiater Schuurbiers. De arts is geen psychiater en had dus moeten overleggen met de geneesheer-directeur en niet met psychiater Schuurbiers.
c. Klager werd boos omdat hij werd aangevallen, niet omdat er sprake is van een psychische stoornis en ook ontbreekt het causaal verband tussen een eventuele psychische stoornis en het ernstig nadeel.
d. De insluiting was niet evenredig omdat de boosheid van klager voortkwam uit een aanval van een begeleider. Voorts ontbreekt de rapportage over de dagen 13, 14 en 15 november 2023. Het is de vraag of een psychiater heeft beoordeeld of de insluiting nog wel gerechtvaardigd was.

4. Tot slot heeft klager gesteld dat de EBK vies was en dat er bijvoorbeeld geen wc-papier was.  Verweerder heeft er tegenin gebracht dat de EBK altijd schoon is en dat hij er zelf op dinsdag 14 november 2023 is geweest en heeft geconstateerd dat de EBK niet vies was.

Overwegingen van de commissie

 1. De aanleiding voor de insluiting in de EBK was het incident op 11 november 2023.

Volgens klager was hij niet psychotisch en is zijn gedrag te verklaren door het door iemand van Emergis op hem toegepaste geweld.
De versie van klager staat lijnrecht tegenover de versie van de verpleegkundigen, zoals in de rapportage is te lezen.
In een klachtprocedure moet klager zijn standpunt aannemelijk maken.

Volgens klager toont de foto van zijn hoofd aan, waarop letsel is te zien, dat hij een klap heeft gekregen.
Daarin volgt de klachtencommissie klager niet. De foto toont aan, dat klager letsel heeft. Dat letsel kan echter ook zijn ontstaan door het toepassen van geweld door verpleegkundigen om klager onder controle te krijgen. Klager was volgens het verpleegkundig verslag agressief en moest met meerdere mensen worden bedwongen en hij is tegen de grond gewerkt. Daar kan het letsel ook door zijn ontstaan.
De klachtencommissie volgt de versie van de verpleegkundigen. Klager was immers in de aanloop van de opname al zodanig agressief en dreigend, dat dat de aanleiding was voor de opname in Emergis. Ook na de opname –zo volgt uit de verslaglegging- was klager regelmatig dreigend en agressief. Kort voor het incident was klager opgefokt en werd hij daarom door verpleegkundigen afgeleid door een bezoek te brengen aan de winkel buiten de afdeling.
De versie van klager is voorts onaannemelijk, omdat hij niet kan zeggen wie hem heeft geslagen, terwijl hij wel weet dat het een begeleider is die hem heeft geslagen. Het aantal begeleiders op een afdeling is beperkt, dus zou meteen duidelijk moeten zijn om wie het ging.
Het is niet aannemelijk, dat klager  –toen hij zich verdedigde na de toegebrachte klap- niet heeft gezien met wie hij aan het vechten was.
Voorts lijkt het de commissie erg onaannemelijk dat verpleegkundigen gedrag vertonen, zoals door klager is genoemd. Verpleegkundigen kiezen dit beroep bewust. Zij willen zorg verlenen. Verpleegkundigen in een psychiatrisch ziekenhuis weten dat zij met patiënten moeten samenwerken die zich niet altijd normaal gedragen. Zij zijn professionals. Enerzijds zijn ze wel wat gewend en laten zij zich niet snel uitlokken en anderzijds zijn zij er juist om patiënten in een moeilijke periode te helpen. Daar past het gestelde geweld niet bij. Dat wil niet zeggen, dat het nooit voor zou kunnen komen, maar in deze zaak zijn er onvoldoende aanwijzingen dat hier de uitzondering zich heeft voorgedaan.

De klachtencommissie houdt het erop, dat klager door zijn psychische gesteldheid even niet wist wat hij deed.
Daar komt bij, dat ook tijdens het daarop volgend verblijf in de EBK door de verpleegkundigen en behandelaren is geconstateerd dat klager nog steeds psychotisch ontregeld was en gewelddadig was.

2. Standpunt pvp ad a.

Volgens de pvp brengt de tekst van artikel 8:7 lid 3 Wvggz met zich mee, dat bij élke beslissing tot verplichte zorg naast de beslissing ex art. 8:9 Wvggz steeds óók een afschrift van de machtiging (voortgezette) crisismaatregel en zorgmachtiging wordt overgelegd.De klachtencommissie leest dat artikel anders. Er kan worden volstaan met het eenmalig overleggen van die machtigingen. Op dat moment is de patiënt ermee bekend dat er (gedurende de looptijd van die machtigingen) vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast. Volgens verweerder zijn die machtigingen -als te doen gebruikelijk- na afgifte aan klager verstrekt.

3. Standpunt pvp ad b.

In de Beslissing wordt de insluiting gemotiveerd: er is sprake van agressie en agitatie. Dat is misschien wat algemeen, maar in samenhang met wat er onder het kopje “Wilsbekwaamheid” staat, moet het voor klager volstrekt duidelijk zijn geweest waarom de Beslissing is afgegeven.

Het voorgaande neemt niet weg, dat de klachtencommissie liever ziet, dat de zorgverantwoordelijke de motivering voor de verplichte zorg duidelijk en volledig uitlegt op de juiste plek in zo’n beslissing tot verplichte zorg, te weten onder het  kopje “Waarom krijgt u deze zorg?”

De Beslissing vermeldt dat deze is gegeven door psychiater Schuurbiers. Maar deze heeft klager niet gesproken, zo is te lezen in de Beslissing. Er staat ook in dat zij klager heeft laten onderzoeken. Dat moet dan arts Salim zijn geweest die dat heeft gedaan.

De beslissing is ondertekend door arts Salim. Salim was ook op de afdeling bij klager en zij was betrokken bij de insluiting. Zij schrijft in haar verslag: “DD psychiater ingelicht”.
Het lijkt er aldus op dat arts Salim klager heeft onderzocht en de dienstdoend psychiater heeft ingelicht. Mogelijk ook iets meer dan dat, namelijk overleg gepleegd. Daar is niets mis mee, maar art. 8:9 lid 1 sub c Wvggz schrijft voor, dat deze arts -niet zijnde een psychiater- dan (ook) de geneesheer directeur had moeten benaderen en met deze overeenstemming had moeten bereiken. De gevolgde procedure lijkt daarom fout.

De klacht op dit onderdeel is gegrond.

4. Standpunt pvp ad c.

Zoals onder overweging 1 is uitgelegd, heeft klager de (voortgezette) crisismaatregel gekregen vanwege zijn agitatie en agressie, ingegeven door psychotische ontregeling. Dat blijkt uit de verslaglegging van verpleegkundigen en behandelaren. Het incident op 11 november 2023 lijkt niet te zijn begonnen met een klap die klager heeft gekregen, maar met agressie van klager naar de verpleging. Ingegeven door psychotische ontregeling.

Die psychotische ontregeling is ook goed te verklaren. Klager gebruikte al vele jaren anti psychotische medicatie. Daar was klager eerder dit jaar mee gestopt. Dit pakte niet goed uit: door psychotische ontregeling werd hij steeds agressiever, met als dieptepunt het incident op 11 november 2023. Vanaf de laatste opname is klager weer deze anti psychotische medicatie gaan gebruiken. De positieve effecten lieten even op zich wachten, maar uiteindelijk is zijn situatie verbeterd en lijkt de agitatie en agressie inmiddels te zijn verdwenen.

5. Standpunt pvp ad d.

Volgens de pvp ontbreekt de verslaglegging van verpleegkundigen en behandelaren gedurende een aantal dagen dat klager in de EBK verbleef.
De commissie heeft vastgesteld dat die verslaglegging  er wél is en dat die is opgenomen in het elektronisch patiëntendossier (epd).
De ambtelijk secretaris maakt ten behoeve van de klachtenbehandeling een selectie uit het epd en stelt die selectie aan de commissieleden en de pvp ter beschikking. In die selectie ontbrak een deel. Deze is na de klachtbenadeling alsnog ter beschikking gesteld. En uit die verslaglegging blijkt dat klager regelmatig door psychiaters is bezocht en ook blijkt uit die verslaglegging de beoordeling van deze psychiaters over de voortzetting van het verblijf in de EBK.

6. De klacht over de slechte omstandigheden in de EBK moet ook worden afgewezen. Volgens klager was het er vies en was er geen wc-papier. Dit is niet helemaal aannemelijk geworden. Volgens verweerder wordt de EBK altijd schoongemaakt als deze vies is geworden. Verweerder heeft zelf ook geen viezigheid waargenomen toen hij klager daar heeft bezocht. En uit de verslaglegging volgt evenmin dat de EBK vies was toen klager daarin werd geplaatst. Wel wordt er eenmalig in de verslaglegging een opmerking gemaakt over het ontbreken van wc-papier. Dat er eenmalig geen wc-papier is verstrekt kan te maken hebben gehad met een verstopte wc, mogelijk door wc-papier. Ofschoon de klacht op één onderdeel gegrond wordt verklaard, zal er geen schadevergoeding worden toegekend. Dit betreft immers een fout in de procedure waar klager niet onder heeft geleden. Want het is duidelijk dat klager psychotisch was en agressief was en ook nog bleef tijdens het verblijf in de EBK. De beslissing ex art. 8:9 Wvggz was er bij een juiste procedure ook gekomen.

 Beslissing

Verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht over de bejegening door medewerkers van Emergis (zie onder het onderdeel “Het verloop van de procedure”, tweede gedachtestreepje);

Verklaart de klacht gegrond voor wat betreft de onjuiste gevolgde procedure bij het geven van de beslissing ex art. 8:9 Wvggz (zie het onderdeel “Overwegingen van de commissie”, overweging 3 tweede alinea);

Verklaart de klacht overigens ongegrond;

Wijst af het verzoek tot het verkrijgen van schadevergoeding.

Aldus besloten en op schrift gesteld op 5 december 2023.

Namens de klachtencommissie,

voorzitter Regionale Klachtencommissie Wvggz Zeeland