Ongegronde klacht over opname, insluiting en beperking bewegingsvrijheid


Klachtencommissie GGZ Amsterdam en omstreken            

Betreft: BESLISSING      

Inzake: de klacht van de heer A., gedateerd 6 december 2024, door de Klachtencommissie ontvangen op 9 december 2024, met nummer 2412-192

Datum: 6 januari 2025

Inleiding

De Klachtencommissie (hierna: de Commissie) is op 6 januari 2025 bijeengekomen ter behandeling van de klacht van A., tegen B. (zorgaanbieder, hierna ook: verweerder).

De klacht gaat over het nakomen van een beslissing van verweerder op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). 

Aanwezig

Klager: A. (hierna klager) (digitaal);
bijgestaan door: C., patiëntenvertrouwenspersoon (pvp) (digitaal).

Zorgaanbieder: Kliniek D., onderdeel van B., vertegenwoordigd door E., psychiater (digitaal).

Stukken

De Commissie heeft bij de behandeling van de klacht de beschikking gehad over de volgende stukken:

  1. de klacht, ontvangen op 9 december 2024;
  2. de reactie van verweerder, ontvangen op 16 december 2024; en
  3. gegevens uit het medisch/verpleegkundig dossier van klager.

Samenvatting

De klacht houdt in dat klager zich niet kan vinden in het besluit van verweerder tot:

1) insluiting in de separeerruimte van F. en G.;
2) gedwongen opname in een accommodatie; en
3)   de beperking van de bewegingsvrijheid. 

De Commissie komt tot het oordeel dat alle klachtonderdelen ongegrond zijn. De Commissie wijst het verzoek van klager tot vergoeding van zijn schade af.

De feiten en omstandigheden

Klager is blijkens de gegevens in november 2016 vanuit Y. naar Nederland gekomen. Hij is bekend met een psychotische stoornis, vermoedelijk bij een traumatisch verleden. Daarnaast was er, in ieder geval in het verleden, sprake van  alcohol- en cannabismisbruik. In 2022 is klager enige tijd (gedwongen) opgenomen geweest. Klager heeft in Z. gewoond; vanaf maart 2024 heeft hij geen vaste woon- of verblijfplaats. 

In de beschikbare stukken staat vermeld dat klager in de avond/nacht van 9 op 10 november 2024 met een ambulance naar F. overgebracht. In de medische verklaring die in die nacht is opgesteld door de psychiater van dienst wordt vastgesteld dat sprake is van een psychotische ontregeling waarbij klager verbaal en fysiek agressief is geweest richting zijn familie.

Op 10 november 2024 om 6.04 uur is een CM (crisismaatregel) afgegeven. Deze maatregel voorziet onder andere in ‘het opnemen in een accommodatie, het insluiten en het beperken van de bewegingsvrijheid’. Vervolgens is klager op 10 november 2024 circa 6.30 uur in de separeerruimte op G. opgenomen; dit omdat hij in eerste instantie niet in gesprek kon of wilde gaan over de te maken afspraken op de afdeling.  In de ochtend van 10 november 2024 is klager, nadat hij enige uren in de separeerruimte had geslapen, circa 11.45 uur door de psychiater van dienst beoordeeld waarna is besloten hem te desepareren. Vervolgens is klager overgebracht naar een kamer op de gesloten afdeling van kliniek D.. 

Overeenkomstig artikel 8:9 lid 2 Wvggz is klager op 10 november 2024, door de zorgverantwoordelijke schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg op grond van de CM. In de schriftelijke kennisgeving zijn hem ‘het opnemen in een accommodatie, het insluiten en het beperken van de bewegingsvrijheid’ aangezegd als de aan hem te verlenen vormen van verplichte zorg.  

De beslissing van 10 november 2024 vermeldt dat het verlenen van verplichte zorg noodzakelijk is. De navolgende motivering is hierbij opgenomen (letterlijk overgenomen):

‘Insluiten’: Voor zo korl mogelijk duur is het nodig u in te sluiten in de separeerruimte, omdat u door uw verwarde toestand en roekeloze gedrag gevaar bent voor de mensen die u zorgverlenen en andere clienten op de afdeling. Zodra er een goede samenwerking is kunt u naar de afdeling met gesloten deur zonder insluiting.

‘Opnemen in een accommodatie’:  Omdat u door uw verwarde toestand en roekeloze gedrag een gevaar bent voor uzelf en anderen. Daarnaast richt u met uw gedrag psychische schade aan bij uzelf en uw familie. Daarom is opname op een afdeling met een gesloten deur noodzakelijk.

‘Beperken van de bewegingsvrijheid’:  Voor hoe lang dit redelijkerwijs nodig geacht wordt, maar maximaal de termijn van de (V)CM Omdat u door uw verwarde toestand en roekeloze gedrag een gevaar bent voor uzelfen anderen. Daarnaast richt u met uw gedrag psychische schade aan bij uzelf en uw familie. Daarom is opname op een afdeling met een gesloten deur noodzakeliik.

De behandelaar komt in deze beslissing verder tot het oordeel dat klager wilsonbekwaam is ter zake van het nemen van beslissingen over de noodzakelijke zorg. 

Op 13 november 2024 is door de Rechtbank H. een machtiging tot voortzetting van de CM afgegeven. Deze maatregel voorziet onder andere in ‘het opnemen in een accommodatie, het insluiten en het beperken van de bewegingsvrijheid’.

Vervolgens is klager op 14 november 2024 in de avond -in verband met de regiobinding- overgeplaatst naar een instelling van zorgaanbieder I..

De klacht

Klager verzet zich tegen de volgende beslissing van de zorgaanbieder, naar aanleiding van de hierboven genoemde zorgmachtiging:

1) insluiting in de separeerruimte van F. en G.;
2) gedwongen opname in een accommodatie; en
3)   de beperking van de bewegingsvrijheid.

Klager wenst een schadevergoeding te ontvangen voor het besluit waarmee hij het niet eens is. Bij gegrondverklaring van de klacht zal hij dit verzoek om schadevergoeding met een nieuw document onderbouwen.

Het standpunt van klager

Klager stelt allereerst dat hij ten onrechte naar F. is overgebracht. Er was niets met hem aan de hand en hij heeft, in tegenstelling tot wat in de stukken en in het verweerschrift staat beschreven, niemand bedreigd, noch zijn vader, noch zijn broer. Evenmin heeft hij in de ambulance geprobeerd om bijvoorbeeld de handboeien van de politie af te pakken. Zoiets zou hij nooit doen. In het verlengde hiervan merkt klager op dat hij het idee heeft dat hij tegen wordt gewerkt door verschillende instanties of mensen. Er lijkt sprake van een complot. In ieder geval is klager van mening dat in zijn dossier allemaal gebeurtenissen staan die volgens klager niet zijn gebeurd, niet zijn schuld zijn of anders geïnterpreteerd moeten worden. De artsen en psychiaters die hem hebben beoordeeld zijn dan waarschijnlijk ook van een verkeerde voorstelling van zaken uitgegaan. 

Klager geeft verder aan dat er geen noodzaak was om hem in te sluiten in F. en G. en hem vervolgens op te nemen in een accommodatie. Hij heeft zich steeds coöperatief opgesteld. Als hij al, zoals in het verweer staat beschreven, geen antwoord gaf, dan was dit omdat aan hem geen vragen zijn gesteld. 

De pvp voegt hieraan toe dat klager van oordeel is dat hij niet agressief is geweest in F.; hij was eerder vriendelijk en coöperatief. Er was dan ook geen risico op ernstig nadeel. Ook op G. had klager niet ingesloten hoeven worden; hij had direct naar een eigen kamer gekund. Verder vond klager het heel naar en vervelend dat, toen hij op de gesloten afdeling van D. was opgenomen, hij beperkt werd in zijn bewegingsvrijheid. Hij had graag naar buiten gewild, al dan niet onder begeleiding van een medewerker van de afdeling. Volgens klager was er geen noodzaak om hem deze vrijheden niet te geven. 

Tot slot stelt klager dat hij ook nu nog ten onrechte is opgenomen in de zorginstelling van I.. De rechter heeft voor hem een zorgmachtiging afgegeven maar daar klopt volgens klager niets van. 

Het standpunt van verweerder

De behandelaar heeft zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat de insluiting, de opname en de beperking van de bewegingsvrijheid noodzakelijk waren ter afwending van ernstig nadeel. De behandelaar heeft het navolgende aan dit standpunt ten grondslag gelegd.

Klager werd door een ambulance bij F. gepresenteerd. In dat kader is opgemerkt dat het gebruikelijk is dat een cliënt dan naar F. wordt gebracht, hetgeen bij klager ook is gebeurd. Door de arts en psychiater van dienst werd gezien dat bij klager sprake was van een psychotische ontregeling met (het risico op) ernstig nadeel. Dit bestond uit agressie naar anderen en hinderlijk gedrag naar anderen, waardoor hij agressie over zichzelf zou kunnen afroepen. Daarnaast is in aanmerking genomen dat klager in 2022 bij een eerdere psychotische ontregeling een ernstige suïcidepoging had gedaan en dat dit bij het voortduren van de psychose weer zou kunnen opspelen. Er is vervolgens besloten een CM aan te vragen en deze is afgegeven.  

Vervolgens is klager op 10 november 2024 circa 6.30 uur in de separeerruimte van G. opgenomen, onder andere omdat hij niet in gesprek kon of wilde gaan over de te maken veiligheidsafspraken op de afdeling, waarna is besloten hem in eerste instantie in de separeerruimte van G. te laten slapen. Na een herbeoordeling voor de psychiater van dienst is hij vervolgens circa 11.45 uur gedesepareerd. 

Ten aanzien van de beperking van de bewegingsvrijheid is opgemerkt dat, gezien het toestandsbeeld, is besloten om klager op een gesloten afdeling op te nemen. Dit betekent dat een cliënt dan in eerste instantie op de afdeling moet blijven en beperkt is in zijn bewegingsvrijheid. Hierbij vindt een doorlopende beoordeling plaats en zodra het toestandsbeeld het toelaat krijgt een klager meer ‘vrijheden’. Dit was bij klager nog niet mogelijk. Vervolgens is hij op 14 november 2024 overgeplaatst naar een instelling van I..  

Overwegingen en oordeel

Toetsingskader

Onder de Wvggz kan, indien sprake is van verzet, op grond van een crisismaatregel, een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel of een zorgmachtiging, niettemin verplichte zorg worden verleend voor zover aannemelijk is dat – kort samengevat – het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. De verplichte zorg dient doelmatig te zijn en in verhouding te staan tot het te bereiken doel. Ook mag er geen minder belastend alternatief beschikbaar zijn. Deze behandeling dient blijkens de tekst van de Wvggz, plaats te vinden op grond van een schriftelijke en gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke. 

Overwegingen

Bovenstaand in acht nemend overweegt de Commissie als volgt.

De Commissie heeft geen reden te twijfelen aan de gestelde diagnose. Het staat verder vast dat de genoemde psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. De Commissie volgt de zorgaanbieder in diens standpunt dat verplichte zorg nodig is.

De Commissie heeft daarnaast vastgesteld dat geldige (verlengde) machtigingen zijn afgegeven die voorzien in de door de zorgverantwoordelijke toegepaste vormen van verplichte zorg, en dat klager, conform het gestelde in artikel 8:9 Wvggz, op deugdelijke wijze schriftelijk gemotiveerd is geïnformeerd over de vormen van de gedwongen behandeling.

Insluiting(en)

Ten aanzien van de insluiting in F. (voorafgaand aan de crisismaatregel) heeft de Commissie begrepen dat het gebruikelijk is om een cliënt die wordt gepresenteerd op F. te plaatsen. Het wordt omschreven als een ruimte waarin moet worden gewacht op een beoordeling door een psychiater van dienst. De Commissie kan zich vinden in dit beleid en ziet geen aanleiding om te oordelen dat, in dit geval, anders gehandeld had moeten of kunnen worden. 

Ten aanzien van de insluiting op F.  is de Commissie het met de behandelaars eens dat dit, gezien de omstandigheden, nodig was en zij kan zich vinden in de belangenafweging. Het was kennelijk op het moment van de overplaatsing van F. naar G. niet (goed) mogelijk met klager te communiceren en/of om veiligheidsafspraken met hem te maken. Verder heeft de insluiting blijkens de gegevens niet langer dan noodzakelijk geduurd. De Commissie is dan ook van oordeel dat dit klachtonderdeel ongegrond moet worden verklaard. 

Opname in een accommodatie en beperking van de bewegingsvrijheid

Ten aanzien van deze klachtonderdelen ziet de Commissie gezien de samenhang aanleiding om deze klachtonderdelen gezamenlijk te behandelen. 

De Commissie is het met de behandelaars eens dat het noodzakelijk was klager op te nemen op de gesloten afdeling. Uit de opname op een gesloten afdeling vloeit voort dat een client dan beperkt is in zijn bewegingsvrijheid. De Commissie merkt daarbij op dat zij zich kan vinden in het beleid van de instelling om op geleide van het toestandsbeeld te bepalen of en zo ja, op welke wijze een cliënt gebruik kan maken van vrijheden. 

Ten aanzien van klager is, gezien het toestandsbeeld van klager op dat moment en het bijbehorende risico op het hierboven omschreven ernstig nadeel, bij diens opname besloten dat hij nog geen vrijheden kreeg toebedeeld. Alles overziend is de Commissie van oordeel dat de behandelaars tot deze conclusie konden komen.

Alles overziend is de Commissie van oordeel dat de beslissing van de instelling om de verschillende vormen van verplichte zorg toe te passen op juiste gronden zijn genomen en dat deze subsidiair, proportioneel en doelmatig zijn geweest en zij beoordeelt de klachtonderdelen ongegrond. 

Schadevergoeding

Nu de klacht ongegrond zal worden verklaard, is er geen aanleiding om het verzoek van klager tot vergoeding van zijn schade toe te kennen. 

Beslissing

De Commissie: 

  • verklaart de klacht ongegrond;
  • wijst het verzoek van klager tot vergoeding van schade af. 

De schriftelijke beslissing is op 13 januari 2025 aan betrokkenen verzonden.
De geanonimiseerde beslissing zal worden gepubliceerd op wvggzklachten.nl

Deze beslissing is gegeven door X., voorzitter, X., lid, psychiater en X., lid, voorgedragen door de Cliëntenraad, bijgestaan door X., ambtelijk-secretaris.

Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u uw bezwaren tegen de beslissing binnen zes weken na de datum van verzending van de beslissing voorleggen aan de rechtbank.