Ongegronde klacht over het toedienen van medicatie en het opnemen in een accommodatie


Klachtencommissie GGZ Amsterdam en omstreken           

Betreft: BESLISSING

Inzake: de klacht van de heer A., gedateerd 9 september 2024, bij de Klachtencommissie binnengekomen op 9 september 2024, met nummer 2409-141

Datum: 16 september 2024

Inleiding

De Klachtencommissie (hierna: de Commissie) is op 16 september 2024 bijeengekomen ter behandeling van de klacht van de heer A. (hierna: klager) tegen B. (hierna ook: de zorgaanbieder, tevens verweerder), met nummer 2409-141.

De klacht gaat over het nakomen van een beslissing van verweerder op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). 

Aanwezig

Klager: de heer A.;

bijgestaan door: mevrouw C., patiëntenvertrouwenspersoon (pvp).

Zorgaanbieder: Kliniek D., onderdeel van B., 

vertegenwoordigd door mevrouw E., psychiater; en mevrouw F., verpleegkundig specialist (hierna: de behandelaars).

Stukken

De Commissie heeft bij de behandeling van de klacht de beschikking gehad over de volgende stukken:

  1. de klacht, binnengekomen op 9 september 2024;
  2. de reactie van verweerder, binnengekomen op 12 september; en
  3. gegevens uit het medisch/verpleegkundig dossier van klager.

Samenvatting

De klacht houdt in dat klager zich niet kan vinden in het besluit van verweerder dat hij moet worden opgenomen in een accommodatie en dat hij verplichte medicatie krijgt. De Commissie oordeelt dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is. De Commissie wijst daarom ook het verzoek van klager tot vergoeding van zijn schade af. 

De feiten en omstandigheden

Op grond van de stukken staat het volgende vast. 

Bij beschikking van 25 juli 2024 heeft de Rechtbank G (hierna: de rechtbank) besloten voor klager een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van tien weken. De zorgmachtiging voorziet onder andere in het verplicht kunnen opnemen in een accommodatie en het verplicht kunnen toedienen van medicatie.

Klager is sinds 22 augustus 2024 opgenomen bij Kliniek D. Uit de overhandigde stukken blijkt dat klager lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizoaffectieve stoornis. Daarnaast is ook sprake van een stoornis in het gebruik van middelen (cannabis). De rechter heeft vastgesteld dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel.

Overeenkomstig artikel 8:9 lid 2 Wvggz is klager op 22 en 25 augustus 2024 door de zorgverantwoordelijke schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg, onder andere in de vorm van toediening van medicatie en opname. De behandelaar vermeldt in deze beslissing verder dat klager wilsonbekwaam is ter zake van het nemen van beslissingen over de zorg.

De klacht en het standpunt van klager

Klager kan zich niet vinden in de beslissing van verweerder tot het opnemen in een accommodatie en het toedienen van medicatie.

Ter zitting is gebleken dat klager zich voornamelijk richt op het kunnen oppakken van zijn leven buiten de kliniek. Klager geeft aan zo snel mogelijk te willen herstellen en zal derhalve meewerken aan iedere vorm van zorg waartoe de behandelaars besluiten. Wel geeft klager aan het prettig te vinden betrokken te worden in alle beslissingen, waaronder het toedienen van nieuwe dan wel bestaande medicatie.  

Schadevergoeding

Klager wenst een schadevergoeding te ontvangen voor het besluit waarmee hij het niet eens is. Bij gegrondverklaring van de klacht zal hij dit verzoek om schadevergoeding met een nieuw document onderbouwen.

Het standpunt van verweerder

Volgens de zorgaanbieder is het verlenen van verplichte zorg in de vorm van het toedienen van medicatie en het opnemen in een accommodatie noodzakelijk vanwege de stoornis en het daarmee samenhangende ernstige nadeel. Namens de zorgaanbieder is in dat kader het volgende aangevoerd.

Met betrekking tot de medicatie:

Klager lijdt aan een schizoaffectieve stoornis die medicamenteus moet worden behandeld ter voorkoming van een manische, psychotische of depressieve episode. 

Dwangmedicatie wordt nodig geacht om de psychotische belevingen te behandelen. Ook is dwangmedicatie ingezet om agitatie en dreigende agressie tegen te gaan. 

Het ernstige nadeel bestaat volgens de behandelaars uit schade voor zichzelf en voor anderen. Het is volgens de behandelaars de bedoeling de thans vrij hoge dosering lorazepam in overleg met klager af te bouwen.

Met betrekking tot de opname:

Klager heeft een manisch-psychotisch beeld, waarin achterdocht en problemen met de impulsbeheersing op de voorgrond staan. Hij is daarmee een gevaar voor zichzelf en voor anderen. Klager denkt te worden afgeluisterd door zijn buren en veroorzaakt daardoor overlast in zijn buurt. Hij reageert dreigend en kan overgaan tot fysieke agressie als hij denkt verkeerd te worden behandeld. Op vrijwillige basis is het niet gelukt om met klager overeenstemming te bereiken over het behandelplan. Om het ernstige gevaar voor zichzelf en voor anderen af te wenden en om zijn psychose adequaat te behandelen is opname noodzakelijk geweest. 

Overwegingen en oordeel

Toetsingskader

Onder de Wvggz kan, indien sprake is van verzet, op grond van een crisismaatregel, een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel of een zorgmachtiging, niettemin verplichte zorg worden verleend voor zover aannemelijk is dat – kort samengevat – het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. De verplichte zorg dient doelmatig te zijn en in verhouding te staan tot het te bereiken doel. Ook mag er geen minder belastend alternatief beschikbaar zijn. De verleende behandeling dient, volgens de tekst van de Wvggz, plaats te vinden op grond van een schriftelijke en gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke. 

Volgens de overgelegde stukken lijdt klager aan een psychische stoornis, te weten een schizoaffectieve stoornis. De Commissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op een medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose.

Het staat vast dat de genoemde psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Er is sprake van een groot risico op ernstig lichamelijk letsel van klager zelf of van derden. Ook bestaat risico op de situatie dat klager met hinderlijk gedrag agressie over zichzelf afroept door derden dan wel dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is indien geen verbetering in het toestandsbeeld van klager optreedt. 

De Commissie is van oordeel dat de behandelaren in redelijkheid hebben kunnen beslissen dat het ernstig nadeel niet zonder opname in de instelling en toediening van het antipsychoticum en stemmingsstabilisator kan worden afgewend, mede omdat klager behandeling op vrijwillige basis niet accepteert. Deze vormen van verplichte zorg zijn daarnaast evenredig en naar verwachting effectief. Daarmee staat vast dat het gedrag van klager als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot acuut dreigend ernstig nadeel. Ter afwending van dit ernstig nadeel heeft klager zorg nodig. 

Tijdens de zitting heeft de Commissie begrepen dat klager zijn leven weer wenst op te pakken en dat klager mee zal werken aan de zorg, maar dat hij wel wil worden betrokken in de besluitvorming. De Commissie heeft van de behandelaars begrepen dat zij dit ook zullen blijven doen. 

De Commissie heeft verder vastgesteld dat er een geldige zorgmachtiging aanwezig is en dat klager, conform het gestelde in artikel 8:9 Wvggz, op deugdelijke wijze schriftelijk gemotiveerd is geïnformeerd over de diverse vormen van gedwongen behandeling met medicatie. Terzijde merkt de Commissie in dit kader op dat in de brief tot de verlening van de verplichte zorg, over een crisismaatregel wordt gesproken in plaats van een door de rechtbank afgegeven zorgmachtiging. De betrokken behandelaars hebben laten weten dat dit een kennelijke fout betreft en hier gesproken had moeten worden over een zorgmachtiging. 

Het geheel overziend is de Commissie van oordeel dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.

Schadevergoeding

Nu de klacht ongegrond zal worden verklaard, is er naar het oordeel van de Commissie geen aanleiding tot toekenning van een schadevergoeding. 

Beslissing

De Commissie: 

  • verklaart de klacht ongegrond;
  • wijst het schorsingsverzoek af;
  • wijst het verzoek tot schadevergoeding af;

Deze beslissing is op 17 september 2024 telefonisch aan betrokkenen meegedeeld. 

De schriftelijke beslissing is op 24 september 2024 aan betrokkenen verzonden. 

De geanonimiseerde beslissing zal worden gepubliceerd op wvggzklachten.nl

Deze beslissing is gegeven door de heer X., voorzitter, de heer X. lid psychiater, en mevrouw X., lid voorgedragen door de Cliëntenraad, bijgestaan door mevrouw X., ambtelijk-secretaris.

Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u uw bezwaren tegen de beslissing binnen zes weken na de datum van verzending van de beslissing voorleggen aan de rechtbank. 

Let alleen wel: aan deze procedure bij de rechtbank kunnen kosten zijn verbonden.