Ongegronde klacht over drie vormen van verplichte zorg op grond van een crisismaatregel


Klachtencommissie GGZ Amsterdam en omstreken   

Betreft: BESLISSING

Inzake: de klacht van de heer A., gedateerd 27 november 2023, bij de 

klachtencommissie binnengekomen op 27 november 2023, nummer 2311-147, deel I

Datum: 11 december 2023

Inleiding

De klachtencommissie (hierna: Commissie) is op 11 december 2023 bijeengekomen ter behandeling van de klacht van de heer A. (hierna: klager) tegen B. (hierna: de zorgaanbieder, tevens verweerder). 

Bij brief van 6 december 2023 heeft klager aanvullende klachten ingediend. Deze klachten zijn te laat bij de Commissie binnengekomen om verweerder en de Commissie in staat te stellen zich daarop goed voor te bereiden. De Commissie heeft daarom besloten op de aanvullende klachten apart te beslissen (zie 2311-147, deel II). 

Klager heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot bemiddeling door de Commissie. 

 

Aanwezig

Klager: de heer A.;
Bijgestaan door: de heer C., patiëntenvertrouwenspersoon.

Zorgaanbieder: de heer D., psychiater (hierna: de zorgverantwoordelijke), verbonden aan de zorgaanbieder;
de heer E., arts (hierna: de arts), verbonden aan de zorgaanbieder).

Klachtencommissie: de heer X., voorzitter, jurist;
mevrouw X., lid, psychiater;
mevrouw X., lid, voorgedragen door de Cliëntenraad. 

Ambtelijk secretaris: de heer X. 

 

Stukken

De klachtencommissie (hierna: Commissie) had bij de behandeling van de klacht de beschikking over de volgende stukken:

  1. het klaagschrift, ingekomen op 27 november 2023;
  2. het aanvullende klaagschrift, ingekomen op 6 december 2023; en
  3. het verweerschrift van de zorgaanbieder, ingekomen op 6 december 2023;
  4. de relevante stukken uit het medisch/verpleegkundig dossier van klager. 

Samenvatting

De Commissie heeft een beslissing genomen naar aanleiding van een klacht van klager. De klacht heeft betrekking op de verplichte toediening van medicatie aan klager, zijn opneming in een accommodatie en het beperken van zijn bewegingsvrijheid. De klachten volgen op een door de rechter gegeven besluit tot voortzetting van de crisismaatregel. Klager had zijn klacht ingediend in overeenstemming met artikel 10:3 van de Wet verplichte ggz (Wvggz). De Commissie heeft op basis van de stukken en de toelichting van partijen tijdens de hoorzitting besloten de klacht ongegrond te verklaren. Het nemen van de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg voldoet aan de eisen voor en doelen van verplichte zorg uit de Wvggz en is door verweerder juist onderbouwd. 

De feiten en omstandigheden

Bij uitspraak van 13 november 2023 heeft de rechtbank F. een machtiging tot voortzetting van de op 7 november 2023 afgegeven crisismaatregel verleend voor het tijdvak van drie weken. De verlengde crisismaatregel bepaalt dat verweerder zo nodig verschillende vormen van verplichte zorg mag inzetten, waaronder het ‘toedienen van medicatie’, ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’.

Bij aanzeggingsbrief van 8 november 2023 is door de zorgverantwoordelijke aan klager medegedeeld dat op grond van artikel 8:9 Wvggz toepassing zal worden gegeven aan de vormen van verplichte zorg ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’. Tevens is aan klager medegedeeld dat de zorgverantwoordelijke hem niet tot een redelijke waardering van zijn belangen (hierna: wilsonbekwaam) ten aanzien van deze vormen van verplichte zorg in staat acht.

Bij aanzeggingsbrief van 23 november 2023 is door de zorgverantwoordelijke aan klager medegedeeld dat op grond van artikel 8:9 Wvggz per die datum toepassing zal worden gegeven aan de vormen van verplichte zorg ‘toediening medicatie’ en ‘verrichten medische controles’. Voorts is aan klager medegedeeld dat de zorgverantwoordelijke hem ten aanzien van deze vormen van verplichte zorg wilsonbekwaam acht. 

De klacht en het standpunt van klager 

Kort weergegeven stelt klager zich op het standpunt dat ten onrechte uitvoering is gegeven aan de vormen van verplichte zorg ‘opneming in een accommodatie’, ‘beperking van de bewegingsvrijheid’ en ‘toediening medicatie’ zoals dat hem op 8 november en 23 november 2023 schriftelijk door de zorgverantwoordelijke is aangezegd. Daartoe heeft klager het volgende aangevoerd. 

Klager bestrijdt dat hij lijdt aan een psychische stoornis. Hij vindt zichzelf niet psychotisch. Daarnaast bestrijdt klager dat zijn gedrag leidt of heeft geleid tot ernstig nadeel. Er wordt door de zorgverantwoordelijke van hem een beeld geschetst dat volgens klager niet overeenkomt met de werkelijkheid. Klager zegt dat hij niet agressief is geweest en niemand heeft aangevallen in de periode direct voorafgaand aan de opname en de verleende crisismaatregel. De reden dat hij nu opgenomen is, is gebaseerd op onjuiste informatie van de politie. Gelet op het ontbreken van ernstig nadeel als gevolg van een stoornis was er geen reden om hem op te nemen en om hem te behandelen met medicatie. Van de medicatie ondervindt hij bovendien bijwerkingen. Aanvankelijk was klager beperkt tot een verblijf op de gesloten afdeling. Ter zitting verklaart klager dat deze beperking inmiddels opgeheven is. Hieruit maakt klager op dat de zorgverantwoordelijke kennelijk ook van mening is dat er geen sprake meer is van ernstig nadeel – voor zover dat al het geval was. 

Schorsingsverzoek 

Klager heeft de Commissie verzocht de bestreden beslissingen van de zorgaanbieder ten aanzien van de eerste twee klachtonderdelen (inzake de opname en de medicatie) te schorsen. Naar het oordeel van de Commissie heeft de zorgaanbieder voldoende aannemelijk gemaakt dat de uitvoering van de beslissing tot opname in de instelling niet geschorst kan worden, ter voorkoming van ernstig nadeel. De Commissie heeft dan ook geen aanleiding gezien het schorsingsverzoek inzake de opname in te willigen. De zorgaanbieder heeft de Commissie ook geïnformeerd dat de verplichte zorg inzake de medicatie nog niet zal worden toegepast in afwachting van een beslissing van de Commissie. De Commissie heeft klager in een aparte beslissing, gedateerd 4 december 2023, hiervan op de hoogte gesteld.

Schadevergoeding 

Klager vraagt de Commissie hem een schadevergoeding ten laste van de zorgaanbieder toe te kennen. Bij een gegrondverklaring van zijn klacht zal hij dit met een nieuw document onderbouwen. 

Het standpunt van verweerder

Kort weergegeven stelt de zorgverantwoordelijke zich op het standpunt dat de klacht van klager ongegrond moet worden verklaard. Dit vanwege het volgende.

In de aanloop naar de opname was bij klager sprake van toenemende achterdocht tegenover zijn omgeving, waaronder familieleden en hulpverleners, na stressvolle ervaringen op Curaçao. De achterdocht ging gepaard met een gevoel van onveiligheid in zodanige mate dat hij volgens de politie, bewapend met een zware steen in de tas, onbekenden op straat aanviel. Vanwege de achterdocht, die heeft geleid tot het verbreken van contact met zijn familie, zijn gesprekken met klager niet mogelijk. Dit heeft geleid tot stagnatie in het herstel van klager. Verder is klager buiten de muren van de accommodatie niet in staat om zijn leven te organiseren. Klager lijkt zich steeds meer te vervreemden van de wereld om hem heen. 

Voor wat betreft de aan klager opgelegde beperking in zijn recht op bewegingsvrijheid stelt verweerder het volgende. Op grond van het toestandsbeeld en de daarmee gepaard gaande achterdocht en het gevoel van onveiligheid, bij aanvang van de opname, werd ingeschat dat klager vanuit dat beeld ernstig nadeel zou veroorzaken bij zelfstandige vrijheden buiten de kliniek. De vrijheden zijn naderhand op geleide van het beeld uitgebreid. Thans is de beperking opgeheven en heeft klager volledige vrijheden. 

Verder stelt de zorgverantwoordelijke dat een behandeling met medicatie noodzakelijk is om te komen tot een verbetering van het toestandsbeeld. Ondanks herhaalde uitleg over de effecten, bijwerkingen en voordelen van medicatie, blijft klager zich daartegen verzetten. De zorgverantwoordelijke is bereid om samen met klager op basis van effectiviteit en bijwerkingen te bepalen welk antipsychoticum het beste aansluit bij de wensen en voorkeuren van klager. Discussie over de dosering is ook mogelijk. Klager staat vooralsnog niet open voor een gesprek hierover. Zonder de voorgenomen behandeling met medicatie zullen het wantrouwen en agressie richting anderen niet afnemen. Daardoor dreigt klager tevens maatschappelijk teloor te gaan. Er zijn minder ingrijpende alternatieven geprobeerd, zoals gesprekstherapie. Deze hadden volgens de zorgverantwoordelijke niet het beoogde effect. 

Overwegingen en oordeel

Algemeen 

De zorgverantwoordelijke kan ter uitvoering van een hier aan de orde zijnde (machtiging tot voortzetting van een) crisismaatregel op grond van artikel 8:9 Wvggz beslissen tot het verlenen van verschillende vormen van verplichte zorg. 

Aan de uitvoering van verplichte zorg stelt de wet een groot aantal inhoudelijke en formele eisen. Uit artikel 3:3 en 3:4 van de Wvggz volgt dat verplichte zorg verleend kan worden indien het gedrag van betrokkene als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel en: 

  1. er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn; 
  2. er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn; 
  3. het verlenen van verplichte zorg, gelet op het beoogde doel van verplichte zorg evenredig is; en 
  4. redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. 

De uitvoeringsbeslissing van 8 november 2023 (opname in een accommodatie en beperking van de bewegingsvrijheid) 

Klager beklaagt zich in de kern erover dat de zorgverantwoordelijke ten onrechte is overgegaan tot toepassing van verplichte zorg, omdat kort samengevat geen sprake zou zijn van een psychische stoornis waaruit ernstig nadeel voortvloeit. 

De Commissie redeneert als volgt. 

Naar het oordeel van de Commissie staat de psychische stoornis van klager vast. Aan de crisismaatregel van 7 november 2023 lag onder meer een medische verklaring van een onafhankelijke psychiater ten grondslag. Deze heeft geoordeeld dat bij klager sprake was van een psychische stoornis. Ook in de bij beschikking van 13 november 2023 verleende machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel staat vermeld dat vastgesteld is dat klager lijdt aan een psychische stoornis. De Commissie neemt die vaststelling over. 

Ten aanzien van de proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid van het toepassen van verplichte zorg overweegt de Commissie dat uit de beslissing van 13 november 2023 en de daarop ter zitting gegeven toelichting voldoende blijkt dat de stoornis van klager leidt tot ernstig nadeel. Naar het oordeel van de Commissie was het nadeel ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing zodanig ernstig dat dit nadeel een opname rechtvaardigde. Het is de Commissie niet gebleken dat het ernstig nadeel destijds met een andere, minder ingrijpende maatregel dan met een opname kon worden afgewend. Ook in het licht van de huidige feiten en omstandigheden waarin het toestandsbeeld nog onvoldoende is opgeklaard, ziet de Commissie voldoende rechtvaardiging voor voortzetting van de opname. Het feit dat klager thans niet meer is beperkt in zijn recht op bewegingsvrijheid brengt naar het oordeel van de Commissie niet met zich dat het ernstig nadeel dat ten grondslag ligt aan de beslissing tot opname, geweken is. Daarmee is de ingediende klacht op dit punt ongegrond.  

Voorts is de Commissie van oordeel dat de zorgverantwoordelijke op goede gronden besloten heeft tot het aan klager opleggen van een beperkende maatregel. In het geval van klager was de maatregel volgens de zorgverantwoordelijke noodzakelijk, aangezien er een reële kans bestond dat klager opnieuw vanuit achterdocht agressief zou kunnen worden. De zorgverantwoordelijke mocht zich naar het oordeel van de Commissie mede baseren op informatie van de politie. Vanuit het perspectief van klager is het begrijpelijk dat hij de informatie van de politie als leugens beschouwt, maar voor de zorgverantwoordelijke was er geen reden om aan de juistheid van de informatie te twijfelen. Voorts is de Commissie van oordeel dat de maatregel in verhouding stond tot het te bereiken doel, namelijk het afwenden van ernstig nadeel. Tevens waren er geen minder belastende alternatieven voorhanden. Dit betekent dat de Commissie tot de slotsom komt dat de klacht op dit onderdeel ongegrond is. 

De uitvoeringsbeslissing van 13 november 2023

Klager is van mening dat hij geen baat heeft bij een behandeling met medicatie waarvan hij bovendien hinder ondervindt in de vorm van bewegingsbeperking. Dit terwijl beweging volgens klager juist goed is voor lichaam en geest. 

De Commissie redeneert als volgt.

Op grond van de stukken en hetgeen partijen ter zitting over en weer hebben verklaard, concludeert de Commissie dat een behandeling met medicatie voor situaties waarin klager verkeert de meest aangewezen behandeling is. De Commissie acht de ingezette medicamenteuze behandeling noodzakelijk voor klager, omdat volgens de zorgverantwoordelijke zonder deze behandeling geen verbetering zal optreden in het huidige toestandsbeeld waardoor klager –onder meer- het aanmerkelijke risico loopt maatschappelijk teloor te gaan. Gebleken is verder dat overeenstemming over vrijwillige inname van medicatie niet te bereiken is. Dan resteert voor de zorgverantwoordelijke geen andere mogelijkheid dan de behandeling onder dwang toe te passen. Hoewel niet uitgesloten is dat de behandeling gepaard gaat met bijwerkingen, staan deze bijwerkingen in verhouding tot het daarmee te dienen doel. Alles bijeengenomen acht de Commissie de klacht tegen de medicatie ongegrond. 

Schadevergoeding

De Commissie komt niet toe aan het beoordelen van het verzoek tot schadevergoeding, nu de klachten van klager ongegrond verklaard worden. Het verzoek tot schadevergoeding zal daarom worden afgewezen. 

De beslissing

De Commissie: 

  • verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond; en
  • wijst het verzoek tot schadevergoeding af. 

De beslissing is op 12 december 2023 mondeling medegedeeld aan partijen.

De schriftelijke beslissing is op 28 december 2023 aan betrokkenen verzonden. 

De geanonimiseerde beslissing zal worden gepubliceerd op wvggzklachten.nl

Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u uw bezwaren tegen de beslissing binnen zes weken na de datum van verzending van de beslissing voorleggen aan de rechtbank. 

Let alleen wel: aan deze procedure bij de rechtbank zijn voor u kosten verbonden.