Klachtencommissie GGZ Amsterdam en omstreken
Betreft: BESLISSING
Inzake: de klachten van de heer A., gedateerd 15 en 17 mei 2024,
door de Klachtencommissie ontvangen op 16 en 17 mei 2024, met nummers
2405-63 en 2405-66
Datum: 27 mei 2024
Inleiding
De Klachtencommissie (hierna: Commissie) is op 27 mei 2024 bijeengekomen ter behandeling van de klachten van de heer A. (hierna: klager) tegen B., (hierna zorgaanbieder, ook: verweerder).
Aanwezig
Klager: de heer A.;
bijgestaan door: de heer C., patiëntenvertrouwenspersoon (pvp).
Zorgaanbieder: Kliniek D., onderdeel van B.;
vertegenwoordigd door mevrouw E., arts en mevrouw F., psychiater, hierna: de behandelaren.
Tevens was er een begeleider aanwezig.
Stukken
De Commissie heeft bij de behandeling van de klacht de beschikking gehad over de volgende stukken:
- de klachten, ontvangen op 16 en 17 mei 2024;
- de reactie van verweerder, ontvangen op 22 mei 2024; en
- gegevens uit het medisch/verpleegkundig dossier van klager.
Samenvatting
De klacht houdt in dat klager zich niet kan vinden in het besluit tot opname in een accommodatie, (toediening van) medicatie, de beperking van de bewegingsvrijheid en het besluit om klager wilsonbekwaam te verklaren.
De Commissie komt tot het oordeel dat de klachtonderdelen ongegrond zijn.
De feiten en omstandigheden
Op grond van de stukken staat voor de Commissie het volgende vast.
Bij beschikking van 18 april 2024 heeft de Rechtbank G. (hierna: de rechtbank) besloten voor klager een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van zes maanden, te weten tot en met 18 oktober 2024. De zorgmachtiging voorziet onder andere in de opname in een accommodatie, (het toedienen van) medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
Ten aanzien van de noodzaak van verplichte zorg in het kader van de zorgmachtiging heeft de rechtbank overwogen dat sprake is van ernstig nadeel, gelegen in het risico op maatschappelijke teloorgang, de situatie dat klager met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Overeenkomstig artikel 8:9 lid 2 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is klager op 2 mei 2024 en 10 mei 2024 door de zorgverantwoordelijke schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg op grond van de zorgmachtiging. In deze schriftelijke beslissingen zijn onder andere het opnemen in een accommodatie, het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid aangekruist als de aan hem te verlenen vorm van verplichte zorg.
De behandelaar komt in deze beslissingen verder tot het oordeel dat klager wilsonbekwaam is ter zake van het nemen van beslissingen over de zorg die hij nodig heeft.
De klacht
De klacht houdt in dat klager zich niet kan vinden in het besluit tot:
- a) het opnemen in een accommodatie;
- b) (toediening van) medicatie;
- c) het beperken van de bewegingsvrijheid; en
- d) de verklaring van wilsonbekwaamheid.
Schorsingsverzoek
Klager heeft de Commissie verzocht de bestreden beslissing van de zorgaanbieder ten aanzien van de (toediening van) medicatie te schorsen. De zorgaanbieder heeft de Commissie vervolgens op 16 mei 2024 geïnformeerd dat de (toediening van) medicatie nog niet zal worden toegepast in afwachting van een beslissing van de Commissie.
Het standpunt van klager
Ad a) Het opnemen in een accommodatie
Klager is het niet eens met de opname in een accommodatie. Hij is niet psychotisch en hij heeft niets verkeerds gedaan. Hij voelt zich in de instelling niet op zijn plek. Klager licht toe dat hij drie jaar geleden een fietsongeluk heeft gehad waaraan hij ernstige neurologische problemen heeft overgehouden. Hij zorgt fysiek en mentaal goed voor zichzelf om onverhoopte neurologische uitval te voorkomen. In de onrustige omgeving waar hij nu gedwongen verblijft heeft dit helaas een nadelig effect op zijn gezondheidstoestand, zoals extreme vermoeidheid, uitval van coördinatie en fysieke pijn. Klager wil dan ook heel graag per direct met ontslag uit de instelling.
Ad b) De toediening van medicatie
Klager is van oordeel dat hij geen medicatie nodig heeft en hij vreest zelfs dat dit averechts zal gaan werken. Klager heeft zelf ondervonden dat het beter met hem gaat als hij geen medicatie gebruikt. Dit bleek ook zo te zijn met de astma-medicatie waar hij onlangs mee gestopt is. Deze heeft hij niet meer nodig, onder andere door een betere ademhaling en oefening daarvan. Klager is naar eigen zeggen meer gebaat bij mentale rust en goede voeding, niet bij medicatie. Daarenboven heeft hij geen psychotische klachten. De gebeurtenissen waar zijn behandelaren naar verwijzen ter ondersteuning van de medicatie worden volgens hem verkeerd geïnterpreteerd; klager doet en/of zegt namelijk geen vreemde dingen.
Klager heeft verder desgevraagd aangegeven dat hij zijn huidige behandelaren naar alle waarschijnlijkheid binnenkort toestemming zal verlenen om medische informatie inzake zijn NAH op te vragen.
Ad c) De beperking van de bewegingsvrijheid
Klager heeft aangegeven dat hij graag naar buiten wil. Volgens klager is het voor zijn gemoedstoestand en situatie van groot belang dat hij meer vrijheden en/of verlof krijgt. Nu mag hij alleen in de tuin van de kliniek. Dit werkt belemmerend voor hem en voor zijn herstel.
Ad 4) De verklaring van wilsonbekwaamheid
Klager is het er niet mee eens dat hij wilsonbekwaam is verklaard. Hij is naar zijn mening wel degelijk in staat tot een redelijke waardering van zijn belang terzake. Het feit dat hij de medicatie weigert is namelijk ingegeven door weloverwogen gedachten en keuzes die klager in het verleden heeft gemaakt en nu nog maakt. Daarenboven is hij het er niet mee eens dat er overleg is gevoerd met zijn moeder en dat zij als zijn vertegenwoordiger is aangemerkt.
Het standpunt van verweerder
De behandelaars hebben zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat de aangezegde verplichte zorg noodzakelijk was en is ter afwending van ernstig nadeel. Het navolgende is aan dit standpunt ten grondslag gelegd.
Ad a) Het opnemen in een accommodatie
De behandelaren hebben aangegeven dat klager door het H. is verwezen naar de kliniek. Voorafgaand aan de opname was bij klager sinds enkele maanden sprake van dreigend gedrag met verbale agressie naar zijn behandelaren, familie en vrienden. Bij de opname op 3 mei 2024 was onder andere sprake van achterdocht en van formele denkstoornissen. Het toestandsbeeld van klager en zijn psychotische klachten moeten eerst effectief worden behandeld voordat hij met ontslag kan. De verwachting is dat klager dan vervolgens verder behandeld kan worden bij J., een expertisecentrum voor neuropsychiatrie en NAH.
Ad b) De toediening van medicatie
Verweerder voert aan dat antipsychotica doelmatig zijn voor het behandelen van een psychose en er zijn geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar. De behandeling is nodig gezien de ernst van de negatieve symptomen; tot nu toe heeft de opname zonder medicatie hierin geen verandering teweeggebracht. Als klager niet behandeld wordt, dreigt er (een verergering) van het ernstig nadeel. Zo heeft klager al een groot deel van zijn sociale netwerk verloren en is er een dreigend risico dat hij zijn woning verliest. Daarnaast is er, mede doordat er bij klager geen sprake is van ziekte-inzicht, tevergeefs geprobeerd om klager in een ambulant kader te behandelen. Klager heeft zich echter niet bereid getoond om vrijwillig mee te werken aan de voorgestelde medicamenteuze behandeling. Hier is tijdens de hoorzitting aan toegevoegd dat is gekozen voor het middel olanzapine omdat dit, gezien het NAH letsel van klager in combinatie met zijn huidige psychotische klachten, als het meest effectieve middel wordt gezien.
In dit kader is opgemerkt dat klager tot nu toe geen toestemming heeft gegeven om medische gegevens ten aanzien van het NAH op te vragen. De behandelaren hopen dat klager dit (binnenkort) wel doet zodat zij beter inzicht krijgen in zijn situatie.
Ad c) De beperking van de bewegingsvrijheid
Verweerder stelt dat klager niet gemotiveerd is voor een klinische behandeling van zijn ziektebeeld waardoor een vrijwillige opname nu niet mogelijk is. Op dit moment zijn er nog beperkingen in de vrijheden omdat vermoed wordt dat wanneer klager alleen naar buiten mag, hij naar zijn huis gaat en dat het ernstig nadeel zich daar vervolgens onverhoopt weer zal voordoen. Hier is aan toegevoegd dat in de kliniek is gebleken dat de samenwerking op dit moment (nog) niet goed is en dat het niet mogelijk (b)lijkt afspraken met klager te maken. Zodra dit wel mogelijk is, zal het verzoek van klager om naar buiten te gaan opnieuw beoordeeld worden.
Ad d) De verklaring van wilsonbekwaamheid
De behandelaren hebben opgemerkt dat klager van mening is dat bij hem geen sprake is van psychiatrische klachten en dat hij daarom geen behandeling nodig heeft. Het is niet goed mogelijk om met klager in gesprek te gaan over dit onderwerp. Hij kan de informatie of uitleg hierover niet goed aanhoren. Verder maken de oordeels- en kritiekstoornissen het voor klager op dit moment niet mogelijk om informatie over zijn diagnose en behandeling tot zich te nemen en op zichzelf te betrekken. Hierdoor kan klager op dit moment geen weloverwogen keuze maken ten aanzien van wel of niet accepteren van medicatie, reden waarom hij wilsonbekwaam is beoordeeld ter zake.
Desgevraagd is opgemerkt dat de behandelaren in het verleden een keer contH. hebben opgenomen met de moeder van klager, dit onder andere om meer inzicht te krijgen in zijn situatie. Het is hen nu bekend dat klager dit niet wil en zij zullen in het vervolg dan ook geen contH. meer met haar opnemen.
Overwegingen en oordeel van de Commissie
Onder de Wvggz kan, indien sprake is van verzet, op grond van een crisismaatregel, een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel of een zorgmachtiging, niettemin verplichte zorg worden verleend voor zover aannemelijk is dat – kort samengevat – het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. De verplichte zorg dient doelmatig te zijn en in verhouding te staan tot het te bereiken doel. Ook mag er geen minder belastend alternatief beschikbaar zijn. Deze behandeling dient verder blijkens het gestelde in artikel 8:9 Wvggz, plaats te vinden krachtens een schriftelijke en gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke.
Bovenstaand in acht nemend overweegt de Commissie als volgt.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat klager lijdt aan een psychotisch toestandsbeeld dan wel een neurocognitieve stoornis door traumatisch hersenletsel als gevolg van een fietsongeluk. Hoewel klager de stoornis ontkent, heeft de Commissie geen reden te twijfelen aan deze op een medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose.
Als gevolg hiervan, is er onder andere sprake van een risico op maatschappelijke teloorgang, de situatie dat klager met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is indien geen verbetering in het toestandsbeeld van klager optreedt. Deze situatie deed zich onder andere voorafgaand aan de opname voor. Daarmee staat voor de Commissie vast dat het gedrag van klager als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot dreigend ernstig nadeel. Ter afwending van dit ernstig nadeel heeft klager zorg nodig.
Verder heeft de Commissie kunnen vaststellen dat er een geldige zorgmachtiging aanwezig is die voorziet in de door de zorgverantwoordelijke toe te passen vormen van verplichte zorg, en dat klager conform het gestelde in artikel 8:9 Wvggz, op deugdelijke wijze schriftelijk gemotiveerd geïnformeerd is over de verschillende vormen van verplichte zorg en over het besluit tot wilsonbekwaamheid terzake.
Vervolgens beoordeelt de Commissie hieronder ieder klachtonderdeel inhoudelijk en afzonderlijk.
Ad a) Het opnemen in een accommodatie
De Commissie heeft begrepen dat klager het niet eens is met zijn gedwongen opname in de kliniek omdat dit volgens hem onnodig is. De behandelaren hebben vervolgens afdoende gemotiveerd betoogd dat een ambulant traject op dit moment (nog) niet mogelijk wordt geacht. De opname is noodzakelijk om klager effectief op medicatie in te stellen teneinde voldoende stabiliteit in zijn situatie te verkrijgen. Alles overziend begrijpt de Commissie de keuze van de behandelaren om over te gaan tot een gedwongen opname. De Commissie is derhalve van oordeel dat – mede gezien het risico op ernstig nadeel buiten de kliniek – deze vorm van verplichte zorg noodzakelijk is ter afwending van ernstig nadeel.
De Commissie komt tot het oordeel dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.
Ad b) Het besluit tot (toediening van) medicatie
De Commissie heeft begrepen dat klager het niet eens is met het besluit tot (het toedienen van) medicatie. Hiertoe heeft klager betoogd dat hij op andere manieren aan zijn herstel kan werken en dat medicatie alleen maar nadelig zal zijn. De behandelaren hebben vervolgens echter naar het oordeel van de Commissie voldoende gemotiveerd betoogd dat een medicamenteuze behandeling noodzakelijk is ter voorkoming van ernstig nadeel.
De Commissie komt tot het oordeel dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.
Ad c) De beperking van de bewegingsvrijheid
Alles overziend is de Commissie ervan overtuigd geraakt dat de beperking in de bewegingsvrijheid noodzakelijk was en is om het risico op ernstig nadeel te voorkomen. Zo blijkt het gezien het toestandsbeeld van klager (nog) niet mogelijk om afspraken met hem te maken. Daarnaast bestaat het gevaar dat als klager vrijheden krijgt en naar huis gaat, er zich (opnieuw) problemen voordoen in de thuissituatie van klager en/of dat hij dan in conflict raakt met anderen. Bovendien heeft de Commissie van de behandelaren begrepen dat de vrijheden zullen worden toegekend en dan vervolgens zullen worden uitgebreid zodra het toestandsbeeld van klager dit toelaat.
De Commissie is van oordeel dat dit klachtonderdeel ongegrond is.
Ad d)
In de Wvggz is tot uitdrukking gebracht dat er evenveel waarde gehecht wordt aan de eigen mening en instemming van een wilsbekwaam persoon met een psychische stoornis als aan die van een wilsbekwaam persoon zonder stoornis. Het al dan niet bestaan van wilsbekwaamheid moet zoveel mogelijk worden beoordeeld per concrete beslissing, waarbij het uitgangspunt is dat betrokkene wilsbekwaam is. Het gaat dan om de H.uele vermogens van betrokkene en of hij de relevante informatie kan verwerken die voor het nemen van een beslissing van belang is en of hij de gevolgen van die beslissing kan overzien.
Naar het oordeel van de commissie heeft de zorgverantwoordelijke voldoende aannemelijk gemaakt dat, anders dan door klager is betoogd, hij ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing niet in staat kon worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake de in die beslissing opgenomen vormen van verplichte zorg. Zijn geestelijke vermogens waren aldus op dat moment onvoldoende in relatie tot het nemen van een beslissing tot zorg. In dit kader heeft de Commissie mede kennis genomen van de medische verklaring ten behoeve van de voorbereiding van de zorgmachtiging waarin bovenstaande ook door een onafhankelijk psychiater is bevestigd. Ook op basis van het huidige toestandsbeeld heeft klager naar het oordeel van de Commissie nog onvoldoende inzicht in de gevolgen van zijn keuzes.
De Commissie acht het klachtonderdeel ongegrond.
Schadevergoeding
Nu de klachten ongegrond worden verklaard, is er naar het oordeel van de Commissie geen aanleiding tot toekenning van een schadevergoeding.
Beslissing
De Commissie:
- verklaart de klachten in al de onderdelen ongegrond; en
- wijst het verzoek tot schadevergoeding af.
Deze beslissing is op 28 mei 2024 telefonisch aan betrokkenen meegedeeld.
De schriftelijke beslissing is op 4 juni 2024 aan betrokkenen verzonden.
De geanonimiseerde beslissing zal worden gepubliceerd op wvggzklachten.nl
Deze beslissing is gegeven door mevrouw X., voorzitter, mevrouw X., lid psychiater, en mevrouw X., lid, voorgedragen door de Cliëntenraad, bijgestaan door mevrouw X., ambtelijk-secretaris.
Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u uw bezwaren tegen de beslissing binnen zes weken na de datum van verzending van de beslissing voorleggen aan de rechtbank.
Let alleen wel: aan deze procedure bij de rechtbank zijn voor u kosten verbonden.