De klachtencommissie (hierna te noemen de commissie) heeft kennis genomen van de klacht van de heer <naam klager> (hierna te noemen klager), verblijvende te <woonplaats>. De klacht is gericht tegen het besluit verlenen verplichte zorg door middel van depotmedicatie, opname in een accommodatie en beperking bewegingsvrijheid, genomen door de heer <naam verweerder>, psychiater (hierna te noemen verweerder).
Verloop procedure
– Klachtenformulier met bijlage van de heer <naam klager>, ontvangen op 26 januari 2022;
– Verweerschrift van dhr. <naam verweerder>, ontvangen op 1 februari 2022.
Klager heeft geen toestemming gegeven voor inzage in zijn dossier.
De hoorzitting heeft digitaal plaatsgevonden op 9 februari 2022, waarbij klager en verweerder in de gelegenheid zijn gesteld een mondelinge toelichting te geven. Klager werd hierbij ondersteund door mevrouw <naam pvp>, patiëntvertrouwenspersoon. Daarnaast waren dhr. <naam commissielid> recent benoemd als lid van de klachtencommissie, en een verpleegkundige van de <naam afdeling> als toehoorder aanwezig.
Het dictum van de uitspraak van de commissie is op 9 februari 2022 telefonisch en per e-mail aan partijen medegedeeld.
Ontvankelijkheid
De commissie oordeelt dat de klacht ontvankelijk is, op grond van art. 10.1 Wvggz jo. 10.3
sub f Wvggz en de klachtenregeling Wvggz van GGNet.
De klacht
De klacht richt zich tegen het verlenen van verplichte zorg door middel van depotmedicatie, opname in een accommodatie en beperking bewegingsvrijheid.
- Depotmedicatie
Klager is het niet eens met de beslissing van verweerder om hem eens in de vier weken een depot toe te dienen met haloperidol. Klager stelt dat hij wordt zwartgemaakt door de ambulante behandelaren. Zij hebben dingen over hem geschreven die niet waar zijn, maar waardoor er nu wel een zorgmachtiging is afgegeven en waardoor hij nu opgenomen is. Klager weerspreekt dat er sprake is van verwaarlozing: hij houdt zijn kamer netjes en eet gezond. Klager functioneert goed en heeft geen medicatie nodig. Daar komt bij dat er chloor in de haloperidol zit; dat is voor niemand goed. Ook ervaart klager bijwerkingen van de haloperidol, zoals praten met dubbele tong. Klager stelt dat hij niet ziek is en dat een psychiater niet in zijn hoofd kan kijken, niemand kan dat. Op basis daarvan kan er niet beoordeeld worden of iemand ziek is.
- Opname in een accommodatie
Klager vindt het onnodig dat hij is opgenomen op de <naam afdeling>. Hij woont thuis bij zijn ouders en het contact tussen klager en zijn ouders is goed. Klager stelt dat zijn ouders niet eens waren met de zorgmachtiging en dat zij er zeker mee akkoord zijn als hij met ontslag gaat en weer naar huis komt. Waar klager eerder geen toestemming gaf aan verweerder om contact te hebben met zijn ouders, geeft klager inmiddels aan dat hij ermee akkoord is dat verweerder contact heeft/opneemt met zijn ouders.
- Beperking bewegingsvrijheid
Tot slot richt de klacht zich tegen de beperking bewegingsvrijheid. Klager stelt dat hij niet alleen naar buiten mag, dit mag alleen als hij zijn medicatie neemt. Dit is hem zo in een gesprek met de AIOS gezegd en de AIOS heeft hem geen reden gegeven waarom dit zo is. Klager vindt dit oneerlijk en onnodig, hij houdt zich aan de afspraken.
Schadevergoeding
Klager stelt dat hij door het verlenen van de verplichte zorg schade heeft geleden en vraagt om een schadevergoeding.
Het verweer
In het verweer is, zakelijk en verkort weergegeven, het volgende naar voren gebracht.
Algemeen
Verweerder is van mening dat er sprake is van een psychotische ontregeling die zich op verschillende manieren uit. Betrokkene uit zich achterdochtig en zou het daarbij gehad hebben over bedreiging en beïnvloeding door ‘illuminatie’. Ook heeft hij grootheidsideeën over het hebben van een bedrijf waarmee hij veel invloed heeft en veel geld mee kan verdienen. Tijdens zijn huidige opname wil hij hier niet over uitweiden. Tijdens observaties op de afdeling is waargenomen dat klager veelvuldig in zichzelf mompelt en praat terwijl er niemand in de buurt is, waarbij de indruk bestaat dat er sprake is van auditieve hallucinaties. Klager ontkent dit en ontkent ook andere psychotische symptomen.
Klager is al langere tijd in zorg bij het FACT-team, waarbij hij ook maandenlang medicatie geweigerd heeft. Eind 2021 is er een zorgmachtiging aangevraagd vanwege toename van psychotische klachten en dreigend ernstig nadeel in de vorm van psychische schade, dreigende agressie naar derden en materiaal, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Klager heeft thuis onder andere een raam vernield en hij heeft ook forse doodsbedreigingen geuit naar zijn behandelaren van het FACT-team. Pogingen om ambulant met hem in gesprek te gaan en hem medicamenteus te behandelen zijn tot op heden onvoldoende gebleken om de psychiatrische gezondheid van klager te stabiliseren en gevaar af te wenden. Op basis daarvan heeft de ambulant zorgverantwoordelijke besloten om klager op te nemen om hem in te stellen op medicatie.
- Depotmedicatie
Verweerder is met de ambulante behandelaars van mening dat een medicamenteuze behandeling noodzakelijk is om het psychotisch toestandsbeeld te behandelen. Er waren al langere tijd zorgen over de psychische toestand van klager, maar de zorgen namen toe in intensiteit. Op 10 januari 2022 een zorgmachtiging afgegeven door de rechter. In overeenstemming met de richtlijn, zal de behandeling in de vorm van antipsychotica zijn. In het verleden heeft klager al eens een haloperidol depot gehad, waarmee stabiliteit verkregen werd. Verweerder is vanwege de bijwerkingen die klager ervaart, met hem in gesprek gegaan over andere vormen van antipsychotica. Verweerder en klager hebben tot op heden echter geen overeenstemming kunnen bereiken over (alternatieve) medicatie.
Verweerder zou ook graag de ouders van klager willen betrekken en is blij dat klager inmiddels toestemming geeft om contact met hen te hebben.
- Opname in een accommodatie
In ambulante setting bleek het onvoldoende mogelijk om tot behandeling van het psychotisch toestandsbeeld te komen. Dit is gedurende langere tijd geprobeerd door het ambulante team, maar klager bleef de medicatie weigeren. Bij het afgeven van de zorgmachtiging is nog gepoogd om de verplichte zorg (toedienen van het depot) in de thuissituatie toe te passen, maar dit werd uiteindelijk niet veilig geacht vanwege de forse doodsbedreigingen aan het adres van de ambulante behandelaars. Om die reden werd een opname in de accommodatie noodzakelijk geacht om het toestandsbeeld te kunnen behandelen en zoveel mogelijk veiligheid te kunnen garanderen.
- Beperking bewegingsvrijheid
De reden voor de opname van klager ligt onder andere in de ernstige bedreigingen die hij heeft geuit naar mensen in zijn omgeving. Nu klager niet wil meewerken aan de behandeling van zijn psychose door middel van adequate medicatie, stelt verweerder dat het aannemelijk is dat dit gevaar nog niet afgenomen is. Dit des te meer aangezien klager grensoverschrijdend gedrag laat zien op de afdeling door zelf alcohol te maken en op zijn kamer te roken met afgeplakte brandmelders. Klager betrekt hierbij ook andere, zeer kwetsbare patiënten, wat de behandeling van deze patiënten ernstig schade berokkend.
Met de zorgmachtiging hangt ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid samen. Dit maakt dat verweerder ten aanzien van de vrijheden mogelijk extra voorzichtig is en acht verweerder een grondige evaluatie van de risico’s noodzakelijk, voordat men op een verantwoorde manier over kan gaan tot het verlenen van vrijheden. Zolang klager niet wil meewerken aan stappen/interventies om het psychotisch toestandsbeeld te behandelen (hierbij is behandeling met medicatie volgens de richtlijn een eerste stap en essentiële voorwaarde), kan er geen stabiliteit worden verkregen en acht verweerder het niet verantwoord om hem vrijheden toe te staan.
Overwegingen en conclusies
De commissie komt, gelet op de stukken en het besprokene tijdens de hoorzitting, tot de volgende overwegingen en conclusies.
Met betrekking tot de beoordeling van de beslissing verlenen verplichte zorg wordt overwogen dat – nu klager geen toestemming heeft gegeven voor inzage in zijn dossier – de commissie het moet doen met hetgeen partijen naar voren hebben gebracht. Wel zijn door klager een aantal dossierstukken voorzien van zijn eigen notities en doorgestreepte passages, bij de voorzitter van de commissie achtergelaten.
- Depotmedicatie
De commissie overweegt dat er door de rechter een zorgmachtiging is afgegeven op grond waarvan
klager behandeld moet worden voor zijn psychische klachten (psychose, paranoïde waan). Deze
klachten zijn nog niet in remissie en daarom dient de (medicamenteuze) behandeling naar oordeel van de commissie niet beëindigd te worden.
Ten aanzien van het besluit om medicatie toe te dienen, wordt overwogen dat verweerder
hierin volgens de richtlijnen en de behandelstandaard heeft gehandeld. Dit is passend bij de
diagnostiek en de (medicamenteuze) voorgeschiedenis waarbij met hetzelfde middel
stabiliteit verkregen werd. Overeenstemming over dit (thans) aangewezen middel blijkt niet te
bereiken. Verweerder heeft ook alternatieve medicatie aangeboden, maar ook hierover kon geen overeenstemming bereikt worden, aangezien klager feitelijk geen enkele (vorm van) medicatie wil accepteren. De commissie constateert dat de keuze voor het soort medicatie en de dosering daarvan, zorginhoudelijk goed is onderbouwd door verweerder.
De commissie overweegt dat zonder adequate medicatie klager een aanzienlijk risico op ernstig
nadeel in de zin van art. 1:1 lid 2 en art. 8:9 lid 4 sub b Wvggz blijft lopen (maatschappelijke
teloorgang door conflicten met naasten, agressie naar anderen en materieel). De commissie
acht het medicatiebeleid daarom in onderhavig geval inhoudelijk juist en zal dit onderdeel van de
klacht om deze redenen ongegrond verklaren.
- Opname in een accommodatie
Ten aanzien van de opname in een accommodatie en beperking van bewegingsvrijheid (zie punt 3) overweegt de commissie soortgelijk.
Met betrekking tot het verlenen van verplichte zorg door middel van opname in een accommodatie wordt overwogen dat verweerder hierin volgens de richtlijnen en de behandelstandaard heeft gehandeld. De voorgeschiedenis is betrokken en er is, alvorens tot het verlenen van verplichte zorg over te gaan, getracht om overeenstemming te bereiken over de problematiek en benodigde zorg. Klager weigert zich ambulant te laten behandelen en heeft forse bedreigingen geuit aan het adres van het FACT-team. Ook is er sprake van agressie tegen materiaal geweest. Gezien de weigering van klager bleef er geen andere mogelijkheid over dan opname in de accommodatie.
Met betrekking tot de beslissing om klager op te nemen in een accommodatie, wordt op basis hiervan overwogen dat verweerder hiertoe op goede gronden heeft besloten. De commissie acht de opname in een accommodatie in onderhavig geval daarom juist en zal dit onderdeel van de klacht om deze redenen ongegrond verklaren.
- Beperking bewegingsvrijheid
Met betrekking tot het verlenen van verplichte zorg door middel van beperking bewegingsvrijheid wordt overwogen dat verweerder hierin volgens de richtlijnen en de behandelstandaard heeft gehandeld.
Met betrekking tot de beslissing om klager bij aankomst op de afdeling te beperken in zijn bewegingsvrijheid, wordt overwogen dat verweerder hiertoe op goede gronden heeft besloten. De voorgeschiedenis en de houding van klager ten opzichte van de behandeling en zijn gedrag op de afdeling is bij de beslissing betrokken, waarna een risico inschatting is gemaakt. Op basis daarvan leek het risico dat klager zich aan de behandeling zou onttrekken en weer huiswaarts of naar elders zou vertrekken reëel. De commissie overweegt hierbij dat door verweerder voldoende met klager is gesproken over (het opbouwen van) vrijheden en welke gedragsvoorwaarden daarmee samenhangen, vrijheden kunnen gedurende het verblijf worden opgebouwd.
De commissie merkt nog op dat klager inmiddels positief staat tegenover contact tussen verweerder en zijn ouders, mogelijk dat dit nog perspectief biedt voor het verloop van de behandeling.
De commissie acht de opname en beperking bewegingsvrijheid op grond van bovenstaande in onderhavig geval juist en zal dit onderdeel van de klacht om deze redenen ongegrond verklaren.
Schadevergoeding
Nu alle klachtonderdelen ongegrond worden verklaard, is er naar oordeel van de commissie geen sprake van een grond voor het toekennen van een schadevergoeding.
Oordeel
De commissie acht op grond van bovenstaande overwegingen de klachten ongegrond.
Op 9 februari 2022 vastgesteld door de commissie:
Dhr. mr. J. Blok, voorzitter;
Dhr. E. Lemmen, psychiater;
Mw. I. de Val, algemeen lid, op voordracht van de Cliëntenraad.
Namens de commissie:
i.o.
Mw. M.T. Averesch-Wilbrink
ambtelijk secretaris
Verzonden d.d. 15 februari 2022
Tegen een uitspraak van de klachtencommissie kan op grond van art. 10:7 Wvggz beroep worden ingesteld bij de Rechtbank binnen zes weken na kennisneming van de uitspraak.