Klacht over verplichte zorg in de vorm van medicatie.


Regionale Klachtencommissie Wvggz West-en Midden- Brabant

 

BESLISSING

Ex artikel 10.6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

inzake

de heer [klager]
per adres: instellingslocatie Jan Wierhof te Tilburg

 tegen:

GGz Breburg

Vertegenwoordigd door:

De heer [zorgverantwoordelijke], zorgverantwoordelijke, is afwezig en laat zich vertegenwoordigen door mevrouw [verweerder], klinisch psycholoog HIC en regiebehandelaar

 zaaknummer RKC 24-xxx

^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^

Algemeen

De commissie ingevolge de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), heeft in overeenstemming met haar reglement ex. artikel 10.4 lid 2 Wvggz, de klacht van de heer [klager] in behandeling genomen.

De commissie is tot de volgende beslissing gekomen.

De klacht

De heer [klager] heeft een klaagschrift ingediend dat ontvangen is op [dag] september 2024. Hij klaagt over het besluit van de zorgverantwoordelijke waarbij deze besloten heeft tot verplichte zorg in de vorm van medicatie.

Ontvankelijkheid

Klager is als cliënt van aangesloten zorgaanbieder GGz Breburg, klachtgerechtigd.

De procedure:

De heer [klager] heeft de commissie geen toestemming gegeven om zijn dossier in te zien. Wel mocht de commissie kennisnemen  van het artikel 8:9-besluit aangaande de verplichte zorg waar hij over klaagt.

Vanwege het ontbreken van afdoende informatie in het kader van onderhavige klacht, baseert de commissie deze uitspraak mede op de recente informatie verkregen in het kader van de klacht van de heer [klager] behandeld op [dag] september 2024 (klachtprocedure 24-xxx). Deze uitzonderlijke handelwijze komt de commissie gerechtvaardigd voor vanwege de kwetsbare positie van klager en zijn kennelijke wens om het besluit tot dwangmedicatie te laten toetsen.

De hoorzitting:

De commissie, bestaande uit mr. mevrouw [naam], voorzitter, mevrouw [naam], psychiater-lid en mevrouw [naam], lid, heeft tijdens de hoorzitting van 20 september 2024 gehoord:

De heer [klager], klager, is afwezig zonder bericht van verhindering.

Hij is op de hoogte van datum en tijdstip.

De heer [naam pvp], patiëntenvertrouwenspersoon, heeft zich bij de hoorzitting gemeld, maar kon niet deelnemen vanwege de afwezigheid van klager.

en zijdens de instelling

mevrouw [verweerder], klinisch psycholoog en regiebehandelaar

Mevrouw [verweerder] geeft aan dat het dwangdepot nog steeds nodig is. Het psychotisch toestandsbeeld is onveranderd aanwezig. Het Minddistrict is enigszins naar de achtergrond, maar is niet weg. Hij onderhoudt het door hem zelf toegebrachte letsel aan zijn hoofd door dit schoon te willen poetsen met middelen die daarvoor niet geschikt zijn.

De depots Haldol heeft de heer [klager] gekregen op [dag] augustus 2024 en [dag] september 2024.

De heer [klager] neemt de medicatie niet vrijwillig. De heer [klager] zit nu op vrijheden 2  en mocht vandaag langer met verlof om zijn post op te halen. De heer [klager] was op de hoogte van de hoorzitting, maar is desondanks niet verschenen.
Het ernstig nadeel dat de psychische stoornis veroorzaakt bestaat naast zelfbeschadiging ook uit psychische en schadelijke dreiging naar derden.

Het oordeel van de commissie:

Op grond van het klaagschrift, het artikel 8:9 besluit, de verklaringen van klager en van de zorgverantwoordelijke psychiater tijdens de zitting op [dag] september 2024,  en hetgeen door de regiebehandelaar heden ter zitting is verklaard, overweegt de commissie als volgt.

De commissie stelt vast zoals eerder in haar uitspraak 24-xxx d.d. [dag] september 2024 dat de heer [klager] bij de zorgaanbieder in behandeling is op grond van een zorgmachtiging d.d. [dag] februari 2024 waarin de vorm van zorg waar de heer [klager] over klaagt is opgenomen. Het betreft medicatie. Dit is gebleken uit de verklaringen en inzage ter zitting op [dag] september 2024 in de klachtprocedure 24-xxx.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat de rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een situatie van ernstig nadeel veroorzaakt door een psychische stoornis als bedoeld in de Wvggz.

Het psychotisch toestandsbeeld van de heer [klager] is niet opgeklaard. Zijn vrijheden zijn teruggebracht van 4 naar 2. Het ernstig nadeel is onveranderd aanwezig; de heer [klager] blijft zichzelf beschadigen aan zijn hoofd en de kans op psychische en schadelijke dreiging naar derden bestaat nog steeds. Medicatie (antipsychotica) is ingezet op [dag] augustus 2024.

Klager stelt dat hij vrijwillig medicatie wil nemen. De commissie volgt de psychiater dat sprake is van verzet omdat klager zegt vrijwillig te willen nemen, maar tegelijkertijd aangeeft dat als hij de vrije keus heeft, hij de medicatie niet zal nemen. Ook in het klaagschrift schrijft hij dit op. Klager geeft hiermee te kennen geen (medicamenteuze) behandeling te willen waaruit de commissie opmaakt dat er geen overeenstemming is over de benodigde zorg.De commissie stelt vast dat sprake is van verzet en dus van gedwongen zorg en zal het bestreden besluit toetsen aan de wettelijke eisen.

Krachtens de Wvggz dient de zorgverantwoordelijke alvorens over te gaan tot toepassing van verplichte zorg te voldoen aan een aantal zorgvuldigheidseisen genoemd in artikel 8:9 van de Wvggz.

Uit de verklaringen ter zitting en het 8:9 besluit, is in ieder geval gebleken dat het besluit door de zorgverantwoordelijke is genomen en gemotiveerd is. De wilsonbekwaamheid van klager is getoetst, en bevat informatie omtrent het klachtrecht en recht op ondersteuning door de patiëntenvertrouwenspersoon. Niet gebleken is dat er gebreken zouden kleven aan het bestreden besluit en dit is door klager ook niet gesteld.

Ook dienen de besluiten van de zorgverantwoordelijken te voldoen aan de beginselen van proportionaliteit, effectiviteit, subsidiariteit en veiligheid.

 Uitgaande van de (beperkte) informatie die door de heer [klager], psychiater de heer [zorgverantwoordelijke] en de heer [aios] is verstrekt ter zitting van [dag] september 2024 in klachtprocedure 24-xxx en de toelichting ter zitting van vandaag, 20 september 2024, van mevrouw [verweerder], komt de commissie tot de conclusie dat het bestreden besluit voldoet aan de uitgangspunten van proportionaliteit, effectiviteit, subsidiariteit en veiligheid als voorgeschreven in artikel 2:1 van de Wvggz.

Er was en is sprake van dreigend ernstig nadeel voortkomend uit de overtuiging van klager dat hij lastig gevallen wordt via een implantaat in zijn lichaam dat door de typbewegingen van de internet applicatie Minddistrict wordt geactiveerd. Klager ziet dit als feit maar de psychiater beoordeelt dit als  psychotische belevingen.

De betreffende verplichte zorgvorm voldoet volgens de commissie aan de eisen van subsidiariteit nu genoegzaam is verklaard dat er (na ontslag uit de vorige opname) getracht is om de heer [klager] te bewegen tot medewerking aan de nodige zorg in ambulante setting. Medicatie is nodig en effectief om nadeel af te wenden. Antipsychotica is naar professionele standaarden een noodzakelijk en effectief middel om psychose te bestrijden. Er zijn ook geen alternatieve middelen beschikbaar die hetzelfde resultaat zouden kunnen geven.

De commissie acht de voorgeschreven verplichte zorg tevens proportioneel omdat hij wordt ingesteld op medicatie en naar verwachting binnen redelijke termijn het risico op ernstig nadeel kan worden afgewend of aanzienlijk teruggebracht zodat klager, binnen zijn persoonlijke mogelijkheden, weer kan gaan deelnemen aan het maatschappelijk leven en zichzelf en anderen niet langer in gevaar brengt vanuit psychotische denkbeelden.

De verplichte zorg waar de klacht van de heer [klager] zich tegen richt, voldoet aan de te stellen eisen van veiligheid nu hij in een klinische setting onder professionele toezicht wordt behandeld.

Zijdens klager zijn er geen argumenten aangedragen die de commissie tot andere conclusies zouden kunnen leiden.

Bovenstaande leidt tot het oordeel dat de klacht van de heer [klager] ongegrond moet worden verklaard.

De beslissing:

De klacht van de heer [klager] is ongegrond.

Datum uitspraak        : Tilburg, 20 september 2024