Beslissing van de Klachtencommissie Patiënten Parnassia Groep
op de klacht van:
NAAM,
Geboren op DATUM,
Bijgestaan door NAAM, patiëntenvertrouwenspersoon (pvp).
K l a a g s t e r
tegen
NAAM (zorgverantwoordelijke),
Verbonden aan, kliniek NAAM.
V e r w e e r s t e r
De procedure
Bij brief van DATUM heeft klaagster met bijstand van de pvp een klacht ingediend bij de Klachtencommissie Patiënten Parnassia Groep (de commissie). Het betreft een procedure op basis van artikel 10:3 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en artikel 14 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
Klaagster heeft de commissie geen toestemming verleend om mede op basis van relevante stukken uit het dossier uitspraak te doen.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- Het klaagschrift van DATUM (voorzien van een bijlage);
- De schriftelijke reactie op de klacht van DATUM.
De klacht is behandeld op de zitting van de commissie op DATUM. Bij die gelegenheid zijn de volgende personen gehoord: klaagster, bijgestaan door de pvp, NAAM en NAAM (Manager Zorg).
De feiten
De commissie gaat bij de beoordeling van de klacht uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Bij beschikking van DATUM heeft de rechtbank PLAATS ten aanzien van klaagster een zorgmachtiging verleend voor de duur van 12 maanden, aldus tot en met DATUM.
Op DATUM is door de zorgverantwoordelijke de beslissing genomen tot verplichte zorg, inhoudende- voor zover hier van belang- het tegen de wil van klaagster toedienen van medicatie.
Het standpunt der partijen
De klacht bestaat -kort en zakelijk weergegeven- uit de volgende onderdelen;
– Klaagster is het oneens met het medicatiebeleid; ze krijgt de verkeerde pillen en de schildkliermedicatie is onnodig;
– Door de beslissing onvoldoende te motiveren heeft verweerster niet voldaan aan het vereiste ex artikel 8:9 lid 2 Wvggz;
– Klaagster krijgt door de aanwezigheid van giftige lucht in kliniek NAAM gif binnen in haar mond.
Verweerster heeft het standpunt ingenomen dat aan de wettelijke criteria voor het verlenen van verplichte zorg is voldaan en de overige klachtonderdelen gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt daar hieronder nader op ingegaan.
De beoordeling
Met betrekking tot de klacht tegen de medicatie overweegt de commissie als volgt. Uit het systeem van de Wvggz, in het bijzonder de artikelen 3:3 en 3:4 Wvggz, volgt dat de zorgverantwoordelijke een beslissing als bedoeld in artikel 8:9 Wvggz kan nemen indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel indien:
- er geen mogelijkheden zijn voor zorg op basis van vrijwilligheid;
- er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn;
- het verlenen van verplichte zorg, gelet op het doel van verplichte zorg evenredig is; en
- redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Uit het verweerschrift alsmede op grond van de mondelinge toelichting blijkt dat klaagster lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, zwakbegaafdheid, hypertensie, stoornis van de lipoïde stofwisseling, hypothyreoïdie en diabetes mellitus van waaruit klaagster ernstig nadeel veroorzaakt. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel bij weigering van medicatie. Weigering van medicatie kan leiden tot ernstige psychische schade, wat resulteert in aanzienlijke verwaarlozing en een bedreiging van de veiligheid van klaagster. Bovendien kan dit de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar brengen, aangezien klaagster agressief kan worden tijdens een psychotisch toestandsbeeld.
Om ernstig nadeel af te wenden heeft klaagster zorg nodig.
Toediening van medicatie
Met betrekking tot de beslissing tot het toedienen van medicatie heeft verweerster naar het oordeel van de commissie voldoende overtuigend uiteengezet dat een behandeling met diverse soorten anti psychotische medicatie is aangewezen om te voorkomen dat klaagster ernstig nadeel veroorzaakt. Het verleden heeft namelijk uitgewezen dat klaagster de laatste jaren ten gevolge van het afbouwen of wisselen van de medicatie gedecompenseerd is geraakt waarvoor telkens een opname in een gesloten accommodatie noodzakelijk was.
Anders dan klaagster stelt is de commissie van oordeel dat de diagnose hypothyreoïdie berust op een door een internist gesteld deskundig oordeel en kan uit hetgeen verweerster stelt over de controle lab uitslagen de conclusie worden getrokken dat de medicatie noodzakelijk en effectief is. Er is bovendien gebleken dat voldoende evaluatiemomenten worden gepland.
Daarnaast is door verweerster voldoende aannemelijk gemaakt dat bij het nemen van de beslissing tot dwangmedicatie de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid in acht zijn genomen in die zin dat er thans geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde beoogde effect hebben en de behandeling – ook afgezet tegen de bijwerkingen van de medicatie – evenredig en naar verwachting effectief is.
De artikel 8:9 lid 2 Wvggz-verplichting
Met verweerster concludeert de commissie dat is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 8:9 lid 2 Wvggz; Aan klaagster kan worden toegegeven dat de gebruikte bewoordingen van algemene aard zijn. Verweerster heeft aangegeven dat zij daarmee heeft beoogd een zekere beleidsvrijheid met betrekking tot deze vorm van verplicht zorg te scheppen. De commissie kan dat in dit geval billijken, mede omdat zeer regelmatig gesprekken hebben plaatsgevonden met klaagster over het nut en de noodzaak van de medicatie.
De aanwezigheid van giftige lucht in kliniek NAAM
Van aanwezigheid van giftige lucht in kliniek NAAM, is de commissie niet gebleken.
Gelet op voorgaande overwegingen is de commissie van oordeel dat de klacht van klaagster ongegrond is.
Beslissing
De Klachtencommissie Patiënten Parnassia Groep:
- Verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.
Deze beslissing is op DATUM gegeven door mr. NAAM, voorzitter, drs. NAAM, psychiater niet-praktiserend, mr. NAAM, lid, bijgestaan door mr. NAAM, ambtelijk secretaris. De schriftelijke beslissing is op DATUM vastgesteld en naar partijen verzonden.
.
- NAAM,
Voorzitter
De voorzitter is verhinderd de uitspraak de ondertekenen, namens deze,
- NAAM
Ambtelijk secretaris
Verzoekschrift aan de rechter
De betrokkene, vertegenwoordiger, de zorgaanbieder of de nabestaande van klager kan op grond van artikel 10:7 Wvggz een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift indienen bij de rechter ter verkrijging van een beslissing over de klacht.
De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de verzoeker is meegedeeld, dan wel zes weken na de dag waarop de klachtencommissie uiterlijk een beslissing had moeten nemen.