Klachtencommissie GGZ Amsterdam en omstreken
Betreft: BESLISSING
Inzake: de klacht van mevrouw A., gedateerd 9 juli 2024, door de Klachtencommissie ontvangen op 17 juli 2024, nummer 2407-110
Datum: 5 augustus 2024
Inleiding
De Klachtencommissie is op 5 augustus 2024 bijeengekomen ter behandeling van de klacht van mevrouw A., tegen B. (hierna: de zorgaanbieder, tevens verweerder).
De klacht gaat over een beslissing op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).
Aanwezig
Klaagster: mevrouw A. (hierna klaagster);
bijgestaan door: haar echtgenoot en
mevrouw C., patiëntenvertrouwenspersoon (pvp).
Zorgaanbieder: B., vertegenwoordigd door de heer D., psychiater (vervanger van mevrouw E.); en de heer F., arts.
Stukken
De Klachtencommissie (hierna: de Commissie) had bij de behandeling van de klacht de beschikking over de volgende stukken:
- het klaagschrift, ontvangen op 17 juli 2024;
- het verweerschrift van de zorgaanbieder, ontvangen op 25 juli 2024;
- gegevens uit het medisch/verpleegkundig dossier van klaagster.
Samenvatting
De klacht houdt in dat klaagster zich niet kan vinden in de door verweerder genomen beslissing tot overplaatsing van B. naar G. De Commissie komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is. De Commissie wijst het verzoek tot schadevergoeding ten laste van B. toe en stelt de schadevergoeding vast op een bedrag van € 20,00.
De feiten en omstandigheden
Aan het dossier ontleent de Commissie het volgende.
Bij beschikking van 12 maart 2024 heeft de Rechtbank H. ten aanzien van klaagster een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg verleend, waarin onder andere de volgende vorm van verplichte zorg is opgenomen:
- opnemen in een accommodatie.
Op 7 februari 2024 is klaagster opgenomen op de afdeling J. van verweerder. Overeenkomstig artikel 8:9 lid 2 Wvggz is klaagster hierover door de zorgverantwoordelijke schriftelijk in kennis gesteld. Vervolgens is zij op 21 juni 2024 gedwongen overgeplaatst naar de afdeling K. van verweerder. Hierna is klaagster op 28 juni 2024 door de zorgverantwoordelijke schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing om haar op 1 juli 2024 over te plaatsen naar G.
De klacht
De klacht houdt in dat klaagster zich niet kan vinden in de beslissing van verweerder tot:
- de overplaatsing van B. naar G.
Schadevergoeding
Klaagster wenst een schadevergoeding te ontvangen voor de beslissing waarmee zij het niet eens is.
Het standpunt van klaagster
Namens en door klaagster is ter onderbouwing van haar klacht -samengevat- aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing om haar over te plaatsen van B. naar G.
Namens klaagster is allereerst opgemerkt dat zij tevreden is over de artsen en psychiaters die haar in B. hebben behandeld. Zij is het er echter niet mee eens dat zij op 1 juli 2024 gedwongen is overgeplaatst naar G.
In dat kader is namens klaagster toegelicht dat zij in B. van de afdeling J. naar de afdeling K. werd overgeplaatst. Zij vond het toen al heel naar dat dit gebeurde, mede aangezien zij net goed gewend was op de afdeling J. en zij zich daar veilig voelde. Toen zij eenmaal op de afdeling K. was, kreeg zij te horen dat het wel enige weken kon duren voordat zij, zoals haar behandelaren hadden besloten, zou worden overgeplaatst naar G. Echter, toen zij daar net goed en wel zat, kreeg zij op 28 juni 2024 al te horen dat zij op 1 juli 2024 zou worden overgeplaatst naar G. Zij was het niet eens met deze gedwongen overplaatsing en klaagster heeft hierdoor veel stress ervaren. Haar echtgenoot heeft in het verlengde hiervan aangegeven dat hij zich hierdoor zorgen maakte over de toestand van zijn vrouw. Hij vindt en vond het naar dat de overplaatsing gedwongen is uitgevoerd.
Verder is desgevraagd wel door en namens klaagster aangegeven dat zij even een paar dagen moest wennen, maar dat zij het nu in G. naar haar zin heeft. Zij heeft meer vrijheden waar zij dankbaar gebruik van maakt, en zij is ook tevreden over de behandeling door de artsen en psychiaters van G.
Tot slot heeft de pvp hieraan toegevoegd dat noch klaagster, noch haar echtgenoot een beslissing tot overplaatsing, zoals bedoeld in artikel 8:16 van de Wvggz hebben ontvangen.
Het standpunt van verweerder
Namens de zorgaanbieder is verweer gevoerd tegen de klacht. Daartoe is, samengevat, het volgende aangevoerd.
Klaagster is een xx-jarige vrouw. Zij is op 7 februari 2024 gedwongen opgenomen op de afdeling J. van B. in verband met een psychotische decompensatie in het kader van schizofrenie na het staken van medicatie. In het verleden is klaagster meerdere keren (gedwongen) opgenomen geweest. Daarnaast zijn er meerdere suïcidepogingen waarvoor klaagster opgenomen is geweest. Somatisch is patiënt bekend met hypothyreoïdie.
Op de afdeling J. is klaagster ingesteld op medicatie. Op 21 juni 2024 is klaagster vervolgens gedwongen overgeplaatst naar de afdeling K. vanwege een stagnatie van het psychotische beeld, ondanks dat zij haar medicatie goed innam en er een adequate bloedspiegel was. Er werd verondersteld dat klaagster meer zou kunnen profiteren van het dagprogramma en structuur van deze open afdeling. Binnen een dag na de overplaatsing van de J. naar de K. gaf klaagster aan zich veilig te voelen en niet meer weg te willen van de K., ondanks dat zij van tevoren had aangekondigd zichzelf iets aan te doen als ze naar de K. moest. Gezien de lange opnameduur was klaagster ondertussen aangemeld voor een herstelkliniek, onder andere omdat langdurige klinische zorg noodzakelijk werd geacht. Aangezien het duidelijk was dat klaagster hier tegenop keek, is deze aanmelding meerdere keren met haar besproken, ook in bijzijn van haar partner. Desondanks bleef zij erg angstig voor een overplaatsing, waarbij ook haar partner bang was dat zij zichzelf uit angst iets aan zou doen. Vanwege meerdere redenen (zeer geringe verbetering van symptomen, de verwachte lange herstelperiode, gebaat bij structuur en vastigheid), alsmede de gunstige reactie op een eerdere overplaatsing die klaagster initieel niet aandurfde, werd besloten klaagster toch over te plaatsen naar G., mede aangezien dit een goede en betrouwbare instelling is die passende zorg aan klaagster kan aanbieden.
Hierbij is opgemerkt dat de overplaatsing veel sneller kon worden uitgevoerd dan in eerste instantie was verwacht en waarover klaagster was geïnformeerd. Hier kunnen de behandelaren van B. echter geen enkele invloed op uitoefenen.
Ten aanzien van de opmerking van de pvp over de uitreiking van de zogenoemde 8:16 Wvggz-beslissing is ter zitting opgemerkt dat in het dossier zou worden nagegaan wat hierover bekend is.
Overwegingen en oordeel
Het toetsingskader waar de Commissie de bestreden beslissing aan toetst is als volgt.
Onder de Wvggz kan, indien sprake is van verzet, op grond van een crisismaatregel, een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel of een zorgmachtiging, niettemin verplichte zorg worden verleend voor zover aannemelijk is dat – kort samengevat – het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. De verplichte zorg dient doelmatig te zijn en in verhouding te staan tot het te bereiken doel. Ook mag er geen minder belastend alternatief beschikbaar zijn. Deze behandeling dient blijkens het gestelde in artikel 8:9 Wvggz, plaats te vinden krachtens een schriftelijke en gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke.
Een beslissing tot overplaatsing dient volgens artikel 8:16 lid 2 Wvggz door de geneesheer-directeur schriftelijk en gemotiveerd aan betrokkene meegedeeld te worden.
Bovenstaand in acht nemend overweegt de Commissie als volgt.
De Commissie gaat er op basis van de overgelegde stukken, waaronder ook de beschikking van de rechtbank, van uit dat klaagster lijdt aan een psychische stoornis. Verder heeft de Commissie kunnen vaststellen dat er een zorgmachtiging aanwezig is die voorziet in de opneming in een accommodatie. Daarnaast is klaagster, conform het gestelde in artikel 8:9 Wvggz, op deugdelijke wijze schriftelijk gemotiveerd geïnformeerd over de opname.
De Commissie is verder van oordeel dat de behandelaars voldoende duidelijk hebben gemaakt dat een overplaatsing vanuit B. naar G. noodzakelijk was voor een adequate, aansluitende behandeling van klaagster, ondanks dat klaagster zei dat zij daar niet heen wilde. De overplaatsing is klaagster in ieder geval mondeling medegedeeld. Verder is klaagster op 28 juni 2024 in de vorm van een 8:9 Wvggz-beslissing schriftelijk over de overplaatsing geïnformeerd. De Commissie stelt echter vast dat niet uit het medisch/verpleegkundig dossier, noch uit het nagekomen informatie kan worden vastgesteld dat klaagster ook een 8:16-brief over deze overplaatsing uitgereikt heeft gekregen. Nu klaagster en haar echtgenoot stellen dat zij deze niet heeft ontvangen en dit niet onomstotelijk uit het dossier blijkt, is dit klachtonderdeel gegrond in die zin dat niet aan de formele eisen van de wet hieromtrent (uitreiking van de brief) is voldaan.
Schadevergoeding
Nu de door klaagster ingediende klacht gegrond wordt verklaard, ziet de Commissie aanleiding om het verzoek van klaagster tot vergoeding van de schade toe te wijzen. In dit kader is tijdens de hoorzitting door de Commissie opgemerkt dat zij een bedrag van € 20,00 in casu redelijk en billijk acht. Vervolgens hebben zowel klaagster als verweerder met dit bedrag ingestemd. De Commissie wijst dan ook een bedrag van € 20,00 toe.
De beslissing
De Commissie:
- verklaart de klacht gegrond;
- wijst het verzoek tot schadevergoeding ten laste van B. toe en stelt de schadevergoeding vast op een bedrag van € 20,00 (zegge twintig euro).
Deze beslissing is op 8 augustus 2024 telefonisch aan betrokkenen meegedeeld.
De schriftelijke beslissing is op 8 augustus 2024 aan betrokkenen verzonden.
De geanonimiseerde beslissing zal worden gepubliceerd op wvggzklachten.nl
Deze beslissing is gegeven door X, voorzitter, X, lid-psychiater en X, lid, voorgedragen door de Cliëntenraad, bijgestaan door X, ambtelijk-secretaris.
Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u uw bezwaren tegen de beslissing binnen zes weken na de datum van verzending van de beslissing voorleggen aan de rechtbank.
Let alleen wel: aan deze procedure bij de rechtbank kunnen kosten zijn verbonden.