Klaagschrift: HK2024/175, 176
1
DE KLACHTENCOMMISSIE BIJ DE VAN DER HOEVEN KLINIEK, LOCATIE DE VOORDE TE
AMERSFOORT
Beslissing van de klachtencommissie bij de Van der Hoeven Kliniek, inzake het klaagschrift van:
*, verder te noemen klager.
Het klaagschrift, gedateerd 7 oktober 2024, is gericht tegen:
– De beslissing verplichte zorg d.d. 22 september 2023, inhoudende het niet in eigen beheer
mogen houden van shag (HK2024/175);
– De beslissing verplichte zorg d.d. 20 september 2024, inhoudende insluiting en beperking in de
bewegingsvrijheid (HK2024/176).
De kliniek heeft schriftelijk gereageerd op 16 oktober 2024. Klager heeft van deze reactie kennis kunnen
nemen.
De klacht is behandeld ter zitting van 24 oktober 2024 in het bijzijn van klager, de
patiëntvertrouwenspersoon (PVP) en het hoofd behandeling.
In het kader van de behandeling van deze klacht heeft de klachtencommissie kennisgenomen van de
volgende informatie:
– Klaagschrift van 7 oktober 2024, door de klachtencommissie ontvangen op 7 oktober 2024;
– Reactie kliniek op het klaagschrift van 16 oktober 2024, met als bijlagen uitspraak
klachtencommissie HK2023/214, verweerschrift inzake beroep tegen de beslissing
HK2023/214, uitspraak rechtbank en de beslissing verplichte zorg d.d. 20 september 2024;
– Hetgeen op de zitting van 24 oktober 2024 is besproken.
Het standpunt van klager
HK2024/175:
Klager is het niet eens met het nog steeds voortduren van de beslissing verplichte zorg van 22
september 2023 en klaagt over het beperken van zijn vrijheid zijn eigen leven in te richten, door zijn
shag niet in eigen beheer te geven. De situatie die wordt omschreven in de beslissing HK2023/214 is
niet meer aan de orde.
Ter zitting heeft klager toegelicht dat hij misschien wel boos wordt als hij geen shag heeft, maar
hij wordt niet agressief. Hij wordt nooit agressief. Hij krijgt twee pakjes shag per week en af en toe krijgt
hij van zijn pleegmoeder nog een derde pakje. De shag moet hij verdelen over zeven dagen, en dan in
drie dagdelen per dag. Hij begrijpt dat de kliniek hem op deze manier wil helpen, maar hij wil gewoon
roken wanneer hij wil roken. Hij heeft liever dat ze hem aanspreken als ze zien dat hij te veel rookt. Hij
krijgt nu ’s morgens een pluk shag, ’s middags een pluk shag en ’s avonds een pluk shag. Hij kan daar
Klaagschrift: HK2024/175, 176
2
per dagdeel vijf shagjes van roken. In het begin had hij zijn shag in eigen beheer, totdat het te duur werd
en hij leenshag moest krijgen.
Het was niet klagers bedoeling om op 20 september 2024 ruzie te maken met het hoofd behandeling.
Het ging hem niet alleen om de shag, maar ook om zijn programma. Klager is van mening dat de shag
gewoon van hem is, hij betaalt er voor. Hij redt het altijd van woensdag tot woensdag. Hij heeft nu ook
nog 400,- euro extra gekregen, dus financieel redt hij het. Het voelt nu alsof hij klein wordt gehouden.
Stoppen met roken is voor hem geen optie want dat is de enige manier om tot rust te komen. Op zich is
klager wel positief over wat er nu ter zitting wordt toegelicht.
De PVP heeft nog aangegeven dat er sprake is van wilsbekwaam verzet, waardoor er kritisch naar het
ernstig nadeel moet worden gekeken. Het boos worden en gestrest raken is onvoldoende om uit te gaan
van ernstig nadeel.
HK2024/176:
Klager is het ook niet eens met de beslissing verplichte zorg d.d. 20 september 2024, inhoudende de
insluiting en de beperking bewegingsvrijheid. Hij zit op een leefgroep, maar moet de hele dag op zijn
kamer blijven en mag maar kort begeleid op de groep. Als hij van zijn kamer gaat wanneer er geen
programma is, wordt hij teruggestuurd en regelmatig is er niemand beschikbaar om hem te begeleiden.
Ter zitting heeft klager toegelicht dat hij geïrriteerd raakt dat hij zo lang op kamer moet zitten.
Hij zit op een leefgroep en wil ook kunnen leven. Hij heeft ook echt wat aan de adviezen en zou het
liefst iedere dag even een gesprekje hebben. Hij vindt dat hij het nu beter doet dan eerder. Men vindt
dat hij zich overal mee bemoeit maar hij wil gewoon helpen. Hij hoopt op een beetje een normaal leven.
De PVP geeft aan dat er gesproken wordt over het incident op 20 september 2024, maar het gaat klager
eigenlijk om de begeleiding op de afdeling, de beslissing die elke drie maanden kan worden opgelegd.
Hij heeft een strak kamerprogramma en kan alleen begeleid op de afdeling. Daardoor zit hij veel op
kamer en dit irriteert hem. Hij zit op een leefgroep en wil daar ook leven en leren leven. Ook hier is
sprake van wilsbekwaam verzet, waardoor het ernstig nadeel strenger moet worden bekeken. De
victimisatie en het ongewenste gedrag zijn onvoldoende voor het aannemen van ernstig nadeel.
Het standpunt van de kliniek
HK2024/175:
Er is al eerder geklaagd over de beslissing verplichte zorg van 22 september 2023 en hier heeft de
klachtencommissie een beslissing over genomen (HK2023/214). De klacht is destijds ongegrond
verklaard, omdat het niet reguleren van de shag invloed heeft op het gedrag en de financiële situatie
van klager. Deze uitspraak is in hoger beroep bevestigd door de rechtbank op 25 januari 2024.
De standpunten in die procedure gelden nu nog steeds want de situatie is het afgelopen jaar niet
veranderd. Omdat klager heel standvastig is, wilde het team hem de mogelijkheid geven zijn shag zelf
in beheer te geven. Dit lukte echter onvoldoende. Hij kwam niet uit met de hoeveelheid shag, moest
leenshag hebben en kon dat vervolgens niet terug betalen. Dit leidde tot spanningen en had invloed op
het gedrag van klager. Ook tijdens de situatie op 20 september 2024 vertoont klager
grensoverschrijdend gedrag. Volgens klager komt dit door de stress rondom zijn shag. De beslissing
van 22 september 2023 is tot op heden nog steeds van kracht. Naar het oordeel van de kliniek voldoet
Klaagschrift: HK2024/175, 176
3
die beslissing aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid en is deze
op goede gronden genomen. De kliniek verzoekt de klacht ongegrond te verklaren.
Ter zitting is toegelicht dat ongeveer 1,5 maand geleden weer geprobeerd is om klager zijn shag
in eigen beheer te geven. Dit ging niet goed. De beslissing verplichte zorg van ruim een jaar geleden
om de shag te verdelen en per dagdeel te geven, geldt dus nog steeds. Wanneer hij het in eigen beheer
heeft rookt hij meer dan er aan shag is n meer dan er gekocht kan worden van zijn geld. Er kan soms
een pakje worden voorgeschoten, maar als er structureel te veel gerookt wordt, dan kan hij dit niet terug
betalen. Dit zorgt dan voor veel spanning en onrust bij klager. Klager komt dan klem te zitten en dan
gaat hij ruzie maken. Wanneer klager te weinig shag op een dag heeft, geeft dat stress De kliniek is nu
tevreden met hoe het gaat als de shag zo verdeeld wordt. Er zal wel weer een keer geprobeerd worden
het beleid wat losser te laten, maar tegelijkertijd zit er weinig groei in klagers financiën en in zijn
ontwikkeling. Het wordt waarschijnlijk moeilijk om de beslissing er helemaal af te halen. Een minder
ingrijpende beslissing is niet mogelijk, want klager kan niet echt vooruit plannen voor meerdere dagen
en rookt gewoon door. Een voorwaarde om het eigen beheer weer te proberen is dat de financiële
middelen van klager dat toelaten.
HK2024/176:
Op 20 september 2024 verblijft klager tegen de afspraken in op de leefgroep zonder dat de begeleiding
aanwezig is. Klager heeft eerder met deze afspraken ingestemd. Het hoofd behandeling spreekt klager
hierop aan en hij verheft direct zijn stem. Het hoofd behandeling verzoekt klager dan naar zijn kamer te
gaan. Daarop ageert klager en scheldt het hoofd behandeling uit en zegt dat hij hem kapot wil maken.
Hij wordt nog bozer en weigert aanvankelijk naar zijn kamer te gaan. Eenmaal op zijn kamer zit klager
luid te schreeuwen. Klager krijgt een time-out op de kamer. De spanning loopt verder op en de situatie
dreigt te escaleren. Om te zorgen dat klager kalmeert en zodoende ernstig nadeel te voorkomen, is
besloten hem in te sluiten met een beslissing verplichte zorg.
Een half uur later gaat de groepsleiding met hem in gesprek. Klager kan moeilijk naar zijn eigen aandeel
kijken en wijt de situatie vooral aan shag-tekort. Hij is na het gesprek weer uitgesloten.
Omdat klager zich niet aan de afspraak heeft gehouden dat hij alleen op de afdeling komt als de
begeleiding (ook) aanwezig is, is in de beslissing verplichte zorg ook de begeleide bewegingsvrijheid
opgenomen. Zonder begeleiding bestaat een grote kans op ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat
zowel voor klager zelf, in de vorm van victimisatie, als voor anderen door onder meer onafgestemd
gedrag, pesterijen en ongewenst fysiek contact. Dit heeft ook eerder al plaatsgevonden. De beslissing
verplichte zorg is op goede gronden genomen en voldoet aan de eisen van proportionaliteit,
subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid. Deze beide vormen van verplichte zorg zijn ook opgenomen
in het zorgplan.
Ter zitting is door het hoofd behandeling toegelicht dat de victimisatie bestaat uit mogelijk fysiek
geweld van medepatiënten. In het verleden op afdeling Donk 2 was de situatie dusdanig dat de hele
groep zich aan klager ergerde omdat hij zich met alles bemoeit. Klager heeft alles in de gaten en kan
het niet laten om er ook iets van te zeggen, met als gevolg dat hij ook klappen heeft gekregen. Hij is
toen overgeplaatst naar een andere leefgroep, waar hetzelfde patroon ontstond. Vanuit daar is hij naar
Klaagschrift: HK2024/175, 176
4
de individuele crisisafdeling gegaan en vanuit daar is hij weer op deze leefgroep terecht gekomen. Hij
verblijft op deze groep met individueel beleid aan de randen van de leefgroep. Er wordt gekeken op
welke momenten hij zoveel mogelijk kan profiteren van het verblijf op de leefgroep. Ook met het oog op
de doorstroming van klager is het van belang dat hij enigszins op een leefgroep kan functioneren. De
planning is om in november te bellen of klager een intake kan krijgen.
Klager heeft zijn impulsen onvoldoende onder controle. Hij zal altijd iets zeggen van dingen en dit stuit
mensen tegen de borst. Het gaat soms lange tijd goed, maar er moeten wel vaak brandjes worden
geblust op de groep. Er moet groepsleiding in de buurt zijn om in te kunnen grijpen. Wanneer klager op
de groep is, is er geen sprake van “hand-in-hand” begeleiding, maar het is wel van belang dat er iemand
van de groepsleiding aanwezig is. Met name op de vergadermomenten of bij ziekte of uitval, wanneer
er geen groepsleiding op de groep is, zit klager op zijn kamer. Die momenten zijn over het algemeen
niet langer dan een uur en als er wel eens programmaonderdelen uitvallen wordt er ook gekeken of
klager ergens anders bij kan aansluiten.
De beoordeling
Op grond van artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) kan een schriftelijk
gemotiveerde klacht ingediend worden bij de klachtencommissie over een daar genoemde beslissing of
niet nakoming van een verplichting. De beslissing tot het verlenen van verplichte zorg op grond van
artikel 9:6 lid 1 en 2 Wvggz valt onder artikel 10:3 Wvggz, waardoor de klachtencommissie bevoegd is
om een oordeel over de klacht te geven.
Artikel 9:5 Wvggz bepaalt dat de behandeling van betrokkene slechts plaatsvindt:
a. voor zover deze is voorzien in het zorgplan,
b. indien het overleg over het zorgplan tot overeenstemming heeft geleid, en
c. indien de betrokkene of de vertegenwoordiger zich niet tegen behandeling verzet.
Op grond van artikel 9:6 lid 1 Wvggz kan indien niet voldaan is aan artikel 9:5 onderdelen b en c,
niettemin behandeling plaatsvinden:
a. Voor zover aannemelijk is dat zonder die behandeling het ernstig nadeel dat de psychische
stoornis van betrokkene doet veroorzaken niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen,
of
b. Voor zover dit volstrekt noodzakelijk is om het ernstig nadeel dat de psychische stoornis van
betrokkene binnen de accommodatie doet veroorzaken, af te wenden.
Lid 2 bepaalt dat behandeling overeenkomstig het eerste lid plaatsvindt krachtens een schriftelijke en
gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke.
De klachtencommissie stelt vast dat klager klaagt over twee beslissingen verplichte zorg: de beslissing
van 22 september 2023, inhoudende het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in
te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
Klaagschrift: HK2024/175, 176
5
communicatiemiddelen (HK2024/175) en de beslissing van 20 september 2024, inhoudende insluiting
en beperking van de bewegingsvrijheid (HK2024/176).
De klachtencommissie heeft eerder op 16 november 2023 al een oordeel gegeven over de beslissing
van 22 september 2023 (HK2023/214). Gebleken is dat de situatie ten opzichte van die periode eigenlijk
niet is veranderd. Het niet hebben van shag maakt klager nog steeds boos en gestrest en ook zijn de
financiële middelen van klager niet toereikend om hem onbegrensd shag te laten kopen. Onlangs is
weer geprobeerd om klager zijn shag in eigen beheer te laten hebben, maar dit verliep niet goed. Klager
heeft dan onvoldoende shag waardoor de spanning oploopt. Klager maakte ook veel ruzie, waar de
situatie op 20 september 2024 een voorbeeld van is. De beslissing om het beheer van de shag weer
over te nemen is vervolgens voortgezet. Dit betekent dat klager twee pakjes shag koopt voor een week.
De shag wordt verdeeld over zeven dagen en per dag wordt het opgedeeld in drie dagdelen. Klager
krijgt dan de shag per dagdeel.
De klachtencommissie is van oordeel dat het niet reguleren van de shag nog steeds invloed heeft op
klagers gedrag, want hij wordt boos en zijn stressniveau neemt toe als de shag op is, waardoor de
veiligheid voor hemzelf en anderen in het geding raakt. Ook de financiële situatie van klager laat het
kopen van meer shag niet toe. Het financiële aspect valt tevens onder de definitie van ernstig nadeel.
Een minder ver ingrijpende maatregel wordt op dit moment niet mogelijk geacht door de kliniek. Alleen
wanneer de financiële middelen toereikend zijn, zou er weer een poging gedaan kunnen worden het
beheer in handen van klager te geven.
De klachtencommissie is van oordeel dat de kliniek steeds kritisch blijft kijken naar wat de mogelijkheden
zijn voor klager, en het onlangs ook nog heeft geprobeerd om het beheer van de shag weer terug te
geven. Dit ging niet goed, waardoor het beheer weer is overgenomen. Gelet op die feiten en
omstandigheden is de klachtencommissie van oordeel dat de beslissing van 22 september 2023 (nog
steeds) voldoet aan de vereisten van proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid. Er is
geen sprake van strijd met de wet, dan wel de redelijkheid en billijkheid, waardoor de klacht HK2024/175
dan ook ongegrond dient te worden verklaard.
De klachtencommissie stelt verder vast dat er op 20 september 2024 een incident heeft plaats gevonden
waarbij klager tegen de afspraken in op de leefgroep verblijft zonder dat er begeleiding aanwezig was.
Toen hij daarop is aangesproken is hij boos geworden en heeft hij het hoofd behandeling uitgescholden
en gezegd dat het hoofd behandeling hem kapot wil maken. Klager bleef op zijn kamer ook schreeuwen
en de time-out was onvoldoende om de spanning af te laten nemen. Toen is er een beslissing verplichte
zorg genomen, inhoudende insluiting en beperking bewegingsvrijheid. De insluiting heeft slechts een
half uur geduurd. Ter zitting is ook gebleken dat het klager niet gaat om de insluiting maar om het feit
dat hij altijd begeleid op de groep moet zijn. Dat betekent dat wanneer er geen programma is, of geen
groepsleiding aanwezig is in verband met vergaderingen, ziekte of uitval van programma, klager op zijn
kamer moet blijven. Hier is klager het niet mee eens.
Klaagschrift: HK2024/175, 176
6
De klachtencommissie overweegt dat door de kliniek is gesteld dat zonder begeleiding op de afdeling,
er grote kans bestaat op ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit victimistatie – dus mogelijk fysiek
geweld van groepsgenoten – omdat klager over alles zijn mening ventileert en dit niet gewaardeerd
wordt door de overige groepsgenoten. Daarnaast vertoont hij ook onafgestemd gedrag, pesterijen en
ongewenst fysiek contact. De kliniek heeft naar het oordeel van de klachtencommissie voldoende
gemotiveerd dat het noodzakelijk is dat er iemand van de groepsleiding aanwezig is, als klager op de
afdeling verblijft. Juist door deze begeleiding te bieden op de groep, kan klager ook “aan de rand van”
de leefgroep verblijven. Het verblijf op de leefgroep is ook weer een voorwaarde voor het eventueel
doorstromen naar een vervolginstelling, hetgeen klager graag wil. De kliniek probeert de impact van de
begeleidingsmaatregel zoveel mogelijk te beperken door bij uitval van een programmaonderdeel te
kijken of hij ergens anders kan aansluiten zodat hij niet op zijn kamer hoeft te verblijven. Ook is er geen
sprake van hand-in-hand begeleiding, maar alleen aanwezigheid van groepsleiding om zo nodig te
kunnen sturen of in te grijpen. Op deze manier kan klager zoveel mogelijk profiteren van het feit dat hij
op de leefgroep verblijft.
De klachtencommissie is gelet op het bovenstaande van oordeel dat de beslissing verplichte zorg,
bestaande uit (onder andere) de beperking in de bewegingsvrijheid, voldoet aan de eisen van
proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid. Er is geen sprake van strijd met de wet, dan
wel de redelijkheid en billijkheid, dus de klacht HK2024/176 dient ongegrond te worden verklaard.
Oordeel
De klachtencommissie verklaart de klachten HK2024/175 en 176 ongegrond.
Aldus gedaan door de voorzitter en twee leden van de klachtencommissie, bijgestaan door de secretaris
en ondertekend door de voorzitter en de secretaris, op 25 oktober 2024.
De secretaris De voorzitter
Op grond van artikel 10:7 Wvggz kan betrokkene, de vertegenwoordiger, de zorgaanbieder of een
nabestaande van betrokkene een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift indienen bij de rechter ter
verkrijging van een beslissing over de klacht. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift
bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de verzoeker is
meegedeeld. De rechter kan de beslissing waartegen de klacht is gericht, schorsen op grond van artikel
10:9 Wvggz.
Datum verzending afschrift: 25 oktober 2024